De Gids. Jaargang 125(1962)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 151] [p. 151] H.W.J.M. Keuls Gedichten I Nu wil ik in het donker blijven, Mijn ogen op een beeld gericht, Of boven slapend water drijven Tot heel de diepte wordt doorlicht. Doch waar ik toef begint een kloppen Dat tergend door de stilte breekt; Ik ben onmachtig dit te stoppen, Het lijkt iets dat zich op mij wreekt. II Hij had den dood reeds in zijn botten, Zij hield hem achter een gordijn En zong een oud beproefd refrein Maar 't noodlot laat niet met zich spotten. Toch heeft de hemel dit geduld: Geknetter van kwijnende vuren Eindigend in eenzelvig turen, En God zelf sprak hen vrij van schuld. Vorige Volgende