voor de letterkunde dat ook? Hoe veelkoppiger het bezoekende publiek is, hoe strenger de sancties en voorschriften en bewaking moeten zijn. Krijgt iedere bezoeker een exemplaar van ‘de regels die bij het ter inzage geven van documenten uit eigen bezit altijd in acht worden genomen’, dan is dit een goede maatregel, maar niet afdoende, of zelfs voldoende.
Mea Nijland-Verwey
Ook in haar repliek, waar mevrouw Nijland-Verwey constateert dat ‘de fout echter vooral (ligt) in het samen laten vallen van “ter inzage geven” met “publiceren”’, ligt weer een aanleiding tot misverstand. De lezer zou hieruit de indruk kunnen krijgen dat dit kritiek inhoudt op de werkwijze van het Letterkundig Museum. Dit is echter moeilijk aan te nemen, aangezien mevrouw Nijland-Verwey van de werkwijze bij het Letterkundig Museum in het geheel niet op de hoogte is. Eerder zal deze uitspraak dus als een vraag moeten worden opgevat en het is verheugend dat zij hierdoor de gelegenheid geeft haar en ook andere belangstellenden iets meer over de voorzorgen van het Letterkundig Museum te vertellen.
Om te beginnen staat het juridisch allerminst vast dat ‘ter inzage geven’ en ‘publiceren’ twee verschillende zaken zijn, zoals mevrouw Nijland-Verwey veronderstelt (zie hierover een artikel van G.H.C. Bodenhausen, Auteursrecht op brieven, in Maatstaf, VI, nr. 7, blz.510-513). Vandaar dat ‘ter inzage geven’ bij het Letterkundig Museum veiligheidshalve gelijkgesteld wordt aan publiceren door het Museum en er altijd eerst toestemming voor gevraagd wordt.
Nu bedoelt mevrouw Nijland-Verwey met haar opmerking waarschijnlijk dat er verschil is tussen het ‘ter inzage geven’ door het Museum en het ‘publiceren’ door degeen die deze inzage verkregen heeft, en het is volkomen terecht dat hier voorzorgen getroffen dienen te worden. Het Letterkundig Museum doet dit dan ook, zoals uit de hier volgende korte schets van zijn werkwijze zal blijken:
Indien iemand letterkundige documenten wil raadplegen van een levend auteur of van een auteur die nog geen vijftig jaar overleden is, wordt altijd eerst toestemming aan deze auteur of zijn erven gevraagd. Deze toestemming kan men geven door het Museum een gedrukt kaartje ondertekend terug te zenden, waarop staat:
Ondergetekende verklaart hierbij wel/geen toestemming te geven tot
het verlenen van inzage |
het verstrekken van fotokopieën |
het publiceren onder verrekening van auteursrechten van: |
waarna de documenten waarom het gaat en de naam en het adres van