| |
| |
| |
H.M. van Randwijk
Eichmann | Enkele notities
1
Het zal ongeveer 1937 geweest zijn. Er was een vergadering van schrijvers tegen oorlog en fascisme. Ik was nog onder de dertig, jong, en ik kwam diep onder de indruk bij het zien van al die grote mannen, die ik tot dan toe alleen uit hun werk gekend had. Het onderwerp hield me dag en nacht bezig, het vrat me op en ik vrat het om zo te zeggen op. Alle reden om een onvergetelijke vergadering bij te wonen. Niettemin herinner ik me niet veel meer dan een kille teleurstelling.
In de betogen werd voortdurend cultuur (dat is vrede) gesteld tegenover barbarij (dat is oorlog). De Goudse glazen moesten heel blijven, Amiens mocht niet weer verwoest worden en schrijvers moesten ongestoord hun volgende roman kunnen afmaken. Oorlog, dat is barbarij, dat is fascisme, bedreigde onze volgende roman, Gouda en Amiens. Daarom waren we er allemaal tegen!
Die tegenstelling tussen cultuur en barbarij bevredigde me maar matig. Het was eigenlijk te mooi om waar te zijn. Hier de vredige paradijselijke tuin van de cultuur, daarbuiten de rovers en de wolven. Maar, zo vroeg ik me af, als het nu eens niet van buitenaf komt maar van binnenuit? Als oorlog geen barbaarse invasie in onze cultuur is maar een bewijs dat onze cultuur barbaars ìs...? Wat dan?
Twee jaren later brak die oorlog uit.
Nu, ruim twintig jaren later, wordt Eichmann, een van de medespelenden, ter dood veroordeeld.
Ik heb het gevoel dat men nog steeds geneigd is nazisme, oorlog en Eichmann voor wolven te houden, die in ons vlees hebben gebeten, niet de kanker waarvan we de kiemen in ons meedroegen, ook toen we gezond schenen. Kanker, die zijn verwoestend werk zal blijven doen ook als de strop
| |
| |
om de gebroken nek van Eichmann al is losgesneden...
| |
2
Het proces Eichmann is, na de sensationele eerste dagen, snel een vervelende zaak geworden. De journalisten wisselden een en ander graag af met tochtjes door het nieuwe Israël. De directeuren van hun bladen hebben de extra kosten voor deze escapades kennelijk graag betaald, wel wetend dat het proces alleen nauwelijks de lezers kon blijven boeien. Eichmanns veroordeling trekt de aandacht als de uitslag van een kleine toto. Ze hangen hem op. Ze laten hem lopen. Ze leveren hem uit. Ze houden hem in Israël.
Net alsof de zaak ons eigenlijk niet aangaat. Niet alleen dat wij het kwaad van Eichmann immers niet gedaan hebben, maar het lukt ons nauwelijks hem als een der onzen, als een mens ‘als wij’ te beschouwen.
Dr. Servatius, zijn advocaat, begreep het anders. Op een bijeenkomst in München blijkt hij, volgens kranteberichten, gezegd te hebben, dat als Eichmann veroordeeld wordt, honderdduizend Duitsers morgen uit hun huis gesleept en veroordeeld kunnen worden. Juist!
Donderend applaus in de zaal. Dat begrijp ik nu weer niet, of het applaus moet vanwege de zekerheid zijn dat Duitsers niet meer uit hun vreedzame Heim kunnen worden gesleept en dat dáárom ook Eichmann een nette Siedlungswohnung bij Linz verdient. Gelijke monniken, gelijke kappen.
| |
3
Sommige journalisten hebben gezegd na dit proces nooit meer dezelfde mens als vroeger te kunnen zijn. Dat kan ik begrijpen, al zou ik bijzonder graag weten wàt voor mensen zij dan nú zijn en wie zij zullen worden als ze zich weten te onttrekken aan het gewone barmhartige proces van afstomping en vergeten. Maar men kan niet zeggen dat het grote lezerspubliek op soortgelijke wijze heeft gereageerd. Niets is trouwens eentoniger dan het relaas van het menselijk lijden. Men heeft er gauw genoeg van...
| |
| |
Als ze al geschrokken zijn dan is het vanwege het feit dat Eichmann geen psychopaat of debiele woesteling bleek te zijn, maar, behalve een beetje soldatenruwheid in het politionele verhoor, een correct, beleefd man, een getrouw ambtenaar. Dat plaatst ons natuurlijk voor enige moeilijkheden. Ware hij, ook in zijn glazen kooi, een monster geweest, dan hadden we ons van hem kunnen distantiëren als van een gruwelijke en misplaatste aberratie van de natuur. Nu moesten we ingewikkelder verklaringen zoeken. ‘Een produkt van Hitler en het nazisme’. Jawel en die zijn beide voorbij! Eichmann is een overlevende. Hij is even ongevaarlijk als wat achtergebleven water in een kuil op het strand bij eb. De zee die hem gevaarlijk maakte is teruggedrongen. Hij is onherhaalbaar zolang we ervoor zorgen dat Hitler niet herhaald wordt.
‘Hij is een voorbeeld van een gruwelijk bekend type van de ambtelijke specialist. Een van die totaal-bruikbaren,’ zegt François Bondy. Het systeem en het radertje. Precies dat wat Eichmann zelf ook geprobeerd heeft als waarheid te verkopen en waarmee hij de openbare aanklager Hausner, die zich zoveel moeite getroost heeft het als leugen te ontmaskeren, eigenlijk de baas is geweest. Hausner komt er trouwens al met al niet zo heel goed af in de internationale pers.
Dominee James Parkes, in The Observer, tracht dieper in de mens door te dringen, ook al komt hij met niet veel meer uit de bus dan de platitude dat in ieder van ons ‘the ape and the tiger’ huizen. Bij Eichmann zijn ze in een uitzonderlijke tijd onder uitzonderlijke omstandigheden in een uitzonderlijke mate losgebroken. Bij ons leven ze getemd en gecontroleerd door zeden, milieu, opvoeding en wettelijke voorschriften. Nu en dan doen ze geniepige uitvalletjes, die worden dan in de huiselijke kring, de werkplaats, het echtelijk bed of in de biechtstoel verrekend. Bij groter formaat straft de rechter ze, maar gezamenlijk zorgen we ervoor dat ze niet de groteske afmetingen aannemen als bij Eichmann...
| |
| |
Tenzij hier en daar in de kunst. Bosch, Goya, Ensor, Poe, en in mindere mate nu en dan Bordewijk, Vestdijk, Mulisch. Maar dat is kunst, geen maatschappij en niet voor en door de ‘gewone mensen’...
| |
4
Eichmann is gevangen en geoordeeld. Als hij een gewone (zij het een beetje extra grote) misdadiger was geweest, zou de doodstraf niet meer opzien hebben gebaard dan elke executie. De principiële tegenstanders zouden in het geweer komen. Maar zelfs Eichmanns dood brengt ons in extra moeilijkheden.
‘Laten we oppassen geen martelaar van hem te maken,’ zeggen velen. Ze spreken een verschrikkelijke waarheid uit. Als Eichmann opgehangen wordt, gaan gehoorzaamheid en ambtelijke trouw in zekere zin mee de strop in. Ze zullen nooit meer dezelfde glorie hebben als vroeger en in hun dubbelzinnigheid voor altijd zijn ontmaskerd. Voor altijd? Nu ja, we vergeten gauw en voor ons maatschappelijk bestel zijn en blijven het onmisbare en daarom edele zaken...
| |
5
Het valt in zo'n proces weer bijzonder op hoeveel er in onze samenleving op afspraak berust. Pascal heeft er al op gewezen hoe iemand die doodt hier een moordenaar en honderd kilometer verder een held is.
Nog geen honderd jaar geleden verrekten tienjarige kinderen in kolenmijnen en textielpakhuizen. Voor de ogen van alle fatsoenlijke en welgestelde burgers spuugden onderbetaalde, ondervoede en slecht behuisde arbeiders hun longen uit. Ja, die hadden het slecht getroffen en het was vreselijk als proletenkind geboren te worden. Een grote zegen als God je in een rijkere wieg gedeponeerd had!
Maar zo is nu eenmaal 's werelds beloop. Natuurlijk, het waren wel mensen, maar ‘andere mensen’ dan de bourgeois.
Telkens opnieuw worden mensen ‘anders dan wij’ ver- | |
| |
klaard om ze te kunnen uitbuiten en als het moet straffeloos te doden. De ‘inboorlingen’, de ‘inlanders’, de ‘niggers’, maar ook op hun beurt de ‘bourgeois’, de ‘kapitalisten’, de ‘volksvijanden’, de ‘revisionisten’, elders weer de ‘communisten’. Als het oorlog wordt, worden ook de schema's ruwer en globaler, dan zijn het de ‘vijanden’, blank, bruin, zwart, kapitalist en communist op één hoop, mits ze maar ‘aan de andere kant’ staan. Telkens opnieuw een vrijbrief om te onteren, te doden zonder er een moordenaar bij te worden.
Misschien is de meest algemeen aanvaarde afspraak wel dat de dieren anders zijn dan wij. Daarom mesten we ze vet en doden ze, daarom slachten we ze hygiënisch in gigantische inrichtingen, daarom staan we ze naar het leven als een vorm van sportbeoefening, voor de lol. Het boeddhisme bij voorbeeld zegt dat het niet mag, maar dat komt ons dwaas voor en een vegetariër is een excentrieke romanticus.
Misschien heeft Eichmann als hij langs de volgepropte wagons liep, hetzelfde gedacht en gevoeld als de goedmoedige huisvrouw aan de kar van de visboer. Sommige vissen leven nog, ze zijn ‘vers’, ze klappen moeizaam met hun staarten en slaan er hun dode soortgenoten mee op de griezelige visogen. Benauwd gapen de bekken...
‘Twee pond,’ denkt de huisvrouw.
‘Twaalfhonderd, ruim mijn tax voor vandaag,’ dacht Eichmann.
Meer niet...
Wreed? Aan de buitenmuur van de gaskamers hadden de bewakers vogelkooitjes gebouwd (de arme mussen in de winter!), en hun honden vertroetelden ze als baby's, arische baby's dan.
| |
6
Men zou een historische onwaarheid uitspreken met te zeggen dat Hitler het alléén op de joden gemunt had. Hij had ook andere vijanden, die meer en anders vijand waren dan
| |
| |
de rest van zijn vijanden. De Russen bij voorbeeld en de Polen en de Tsjechen. Deze volken heeft hij niet alleen ‘militair’ (als men die uitdrukking nog zinvol gebruiken kan) bestreden, hij had het op hun bestaan gemunt.
William L. Shirer, de schrijver van The rise and fall of the third Reich citeert uit geheime documenten. De helft van de Tsjechen moest gedood worden. In Polen diende de gehele intelligentsia, de adel en de clerus te worden uitgeroeid. In de zomer van 1942 gaf Hitler een schematisch overzicht van zijn bedoelingen. Hij zei onder meer: ‘De Slavische volken zullen voor ons moeten werken. Voor zover we ze niet nodig hebben, kunnen ze voor mijn part doodgaan.’ Een maand voor de invasie in Rusland zei Goering in een geheim memorandum: ‘Het lijdt geen twijfel of vele miljoenen Russen zullen sterven van honger, als wij de zaken die we zelf nodig hebben uit hun land halen.’ In de herfst van 1941, toen de Duitse pantsertroepen op weg waren naar Leningrad, Moskou en de Oekraine, zei Goering tegen de fascistische graaf Ciano: ‘Dit jaar zullen er waarschijnlijk tussen de twintig en dertig miljoen Russen van honger sterven...’
Al die goede Duitse soldaten, die volgens de rechtsregels die de wereld heeft opgesteld, van geen enkele oorlogsmisdaad beschuldigd kunnen worden, hebben dit bedrijf met eigen ogen aan de gang gezien, ook al wisten ze niet van het geheime en uiteindelijke doel. Ze hebben de maatregelen zien uitvoeren, ze hebben er naar de mate van hun bescheiden krachten aan meegewerkt. Maatregelen, die ver voorbij de zogenaamde ‘militaire noodzaak’ gingen, dorpen die uitgemoord werden, jonge mannen en jonge vrouwen, die bij duizenden in slavernij werden gevoerd, voorraden die gestolen werden, enzovoort.
Hoe snel vergeet men in het Westen!
Maar wat die goede Duitse soldaten betreft, nu weer eerzame burgers in ons bondgenotelijk land, het ging immers om ‘Russen’, eine minderwertige Rasse, ‘anders dan wij’!
| |
| |
| |
7
Het zou eigenlijk een goede oplossing zijn als we het optreden van Eichmann cum suis konden opvatten als een terugval naar een primitief cultuurniveau. Maar ik vrees dat het een belediging is voor de primitieve volken. Zij doden zelden anders dan uit noodzaak, noodzaak van geestelijke zowel als van biologische aard.
Misschien zou de jodenslachting minder raadselachtig zijn geweest als de Duitsers ze, zoals de kannibalen, hadden opgegeten om met hun slachtoffers eigen levenskracht en geest te verrijken. Een regressie naar een primitiviteit, die door opvoeding, politie, contact met de westerse beschaving veranderd en verbeterd kan worden. Maar de Duitsers wáren opgevoed, ze hadden van de westerse boom der kennis gegeten als wij. Deze jodenhaat floreerde in een welopgevoed volk, een van westerse techniek, wetenschap en cultuur doordrenkt gebied. Dichters en filosofen hebben het begeleid en... velen in het democratische Westen hebben de opkomst van het nazisme met welgevallen aanschouwd en werden pas vijandig toen andere ‘westerse waarden’ zoals de integriteit van hun nationale staat, vaderland, Rotterdam, de vrije zee in het geding kwamen.
Om de joden heeft het Westen niet gevochten. Om de Russen evenmin.
| |
8
Ik geloof dat Eichmann het meent wanneer hij zegt: ‘Nicht schuldig im Sinne der Anklage.’ Ik geloof ook dat hij het meent wanneer hij zegt dat, als hij veroordeeld wordt, hij min of meer plaatsvervangend sterft voor vele duizenden anderen.
Hij was geen moordenaar, zegt hij, maar een ambtenaar. Geen mensenjager, maar soldaat. De ambtenaar en de soldaat staan in onze beschaving hoog aangeschreven, vooral in Duitsland, maar toch daar niet alleen. Onze marechaussees joegen in 1938 en 1939 aan de Nederlandse grenzen ook de joden terug in de nazi-hel. Op bevel. Gehoorzaam.
| |
| |
Een paar jaren eerder deden de Franse grenswachten hetzelfde met de Spaanse vluchtelingen. Op bevel. Gehoorzaam. Politiemannen, goede burgers tot op de dag van vandaag, hielpen in de bezettingstijd mee de joden bijeen te drijven. Op bevel. Gehoorzaam. Nu en dan lieten ze er op de tien of twintig één ontsnappen en daarop teren ze dan nu nog. De tien anderen zijn vergeten. Nederlandse spoorwegmannen reden de treinen. Op bevel. Gehoorzaam. Om maar te zwijgen over de velen, zeer velen, die weigerden een joodse onderduiker in huis te nemen. Omdat het verboden was. Gehoorzaam.
Zo zullen er morgen altijd weer mensen te vinden zijn, bereid om op de knop te drukken, waardoor miljoenen in de atoomdood kreperen. Een moordpartij zo gigantisch, dat alle concentratiekampen er een stuntelig en primitief gedoetje bij lijken. Als het maar ‘van hogerhand’ bevolen wordt, als het maar ‘tegen de anderen’ gaat.
| |
9
Even heeft de wereld gegrimlacht toen Eichmann zei geen antisemiet te zijn. Ook Eichmanns vrouw heeft dat plechtig verklaard en nam de moeite er een brief over te schrijven.
Misschien is het waar, een verschrikkelijke waarheid! Misschien was Eichmann niet meer antisemiet dan een visser anti-vis is. Hij had geen hekel aan de joden, hij ving ze alleen maar. Hij was zelfs zo geïnteresseerd in zijn slachtoffers dat hij hun taal en cultuur bestudeerde, voor zover een ‘soldaat’ bij de ss in de ‘historische Zeiten’ daarvoor tijd vrijmaken kon.
Als men Eichmann had opgedragen voor de joden bungalows te bouwen met mooie tuintjes had hij het, geloof ik, ook gedaan. Hij had evenmin voorkeur voor de joden. Hij gehoorzaamde. Dus toch een super-bureaucraat? Nee, een gelovige. Iemand voor wie Hitler een god was en de theorieën van Hitlers apostelen de redding van de wereld en de garantie voor een toekomst.
Als een goed gelovige gehoorzaamde hij niet met tegen- | |
| |
zin maar met graagte, zelfs toen naar militaire berekening (maar dat is immers slechts een tweederangs-rekenmethode van ongelovigen) de kansen op een overwinning definitief verkeken waren (het drama van de Hongaarse joden). Geloof immers heeft geen uiterlijke zegepraal nodig om aan zijn zaak vast te houden.
Gewetenswroeging heeft Eichmann niet gehad en mijns inziens nergens getoond. Zijn betuiging van spijt jegens het joodse volk is een gebaar van hoffelijkheid in een sfeer, waarin Eichmann zelf ook met een formele, kille, Engels aandoende, voor mijn gevoel bijna dodelijk-hoffelijke voorkomendheid werd behandeld.
Niet de ethiek brengt een geloof als dat van Eichmann tot wankelen. Zelfs niet de teleurstelling dat er van de heerlijke toekomst van het Derde Rijk niets gekomen is. Misschien is het de aanwezigheid van de joodse staat zelf geweest, die hem de hardste klap heeft gegeven. De joden bleken geen ‘vissen’ te zijn, niet biologisch minderwaardig, niet ‘de anderen’, maar mensen van gelijke beweging als Eichmann en als andere gewone mensen. In zekere zin dezelfde schokkende ervaring dus als bij ons. Daar staan we dan! We kijken elkaar in het gezicht en we ontdekken dat de verschillen niet zo groot zijn...
Het geloof dat Eichmann jaren op de been hield heeft hij verloren. Van een dergelijke breuk in zijn geloofsleven voelt de betrokkene zichzelf als het ergste slachtoffer en zeker als hij er niets voor in de plaats kreeg. Eichmann kreeg er niets voor in de plaats. Hij heeft er een ogenblik aan gedacht de bijstand van een dominee of pastoor in te roepen, maar daarvan heeft hij afgezien. Ze mochten hem eens willen bekeren en bovendien zou het een goedkope uitvlucht zijn in het aangezicht van het joodse volk, waartussen hij zich thans, bedrogene te midden van de mishandelden, beter thuisvoelt dan hij tussen zijn nog steeds halfgelovende kameraden van vroeger zou doen. In München en Linz en Salzburg en Wenen. Een vrijgelaten Eichmann zou geen jodenkerkhoven vernielen...
| |
| |
| |
10
Er is een verschil tussen iemand die zijn geloof verliest en een misdadiger die om zijn daden rouwt. Een gelovige betreurt zijn valse geloof, maar zonder ‘Gewissensbisse’, zonder morele emotionaliteit. Hij was niet slecht, hij was blind.
Zo alleen kan ik verklaren dat Eichmann, na alles wat hij gedaan heeft en wat zijn ogen gezien hebben, nog wil leven, kennelijk nog kàn leven en er zelfs nog voor vechten wil. Waarom niet? vindt Eichmann. Een bedrogene met de bedrogenen en dan nog een die de zinloze koude dood te zeer van nabij heeft gezien om zich niet in elke ademtocht te verheugen. Ook zijn maaltijden eet hij met stijl en de normale appetijt...
| |
11
Eichmann komt uit een christelijk, zelfs een vroom milieu, heb ik ergens gelezen. Waarschijnlijk een ietwat mystiek en tegelijk goed burgerlijk milie, zoals er zoveel onder de protestanten van het Ruhrgebied te vinden zijn. Later verhuisde het gezin naar Oostenrijk. Dat was anders. Ik zie hem als jonge man voor wie de familiestijl te bekrompen is, het geloof te weinig opwindend. Misschien, hij was niet onintelligent, heeft hij in de preken en in de kerkgeschiedenis de bekende tegenstrijdigheden, ontsporingen en halfheid ontdekt. De inquisitie van de middeleeuwen, in Christus' naam. Calvijn, die Servet verbrandde, in Christus' naam. Een God, die de zwakke kennelijk maar matig beschermt en zich niet schijnt te bekommeren om de macht van het kwaad. Er is een bladzijde mee te vullen. Een God ook, die Duitsers en Oostenrijkers in de vernedering joeg, die ze tussen de beide wereldoorlogen moesten verduren.
In die God kon en wilde Eichmann niet geloven.
Haha! Hij kreeg er een andere voor in de plaats. Hij kreeg er tientallen halfgoden nog bij cadeau. Hitler en de partij en het ras en het bloed en de bodem en de staat en het ‘Vaterland’ en de ‘Treue’ en ‘Gehorsam’. En hij moordde meer en feller en intenser...
| |
| |
‘Ik ben de Heer, uw God, gij zult geen andere goden voor Mijn aangezicht hebben,’ zegt Jahwe, de God van Israël.
Wie die God uit de hemel haalt maakt ruimte voor honderd demonen, erger, wreder, tirannieker. Dat heeft Dostojewski al gezegd en dat bewijst onze eeuw, ‘enfiévré de nihilisme’ zoals Camus zegt, op een verschrikkelijke wijze.
Ik kan begrijpen dat de joodse rechters, om formeel juridische redenen, gronden voor de veroordeling van Eichmann moesten zoeken in de wetten van hun land en in het internationale recht zoals dat zich na de oorlog ietwat heeft gevormd.
Ik had het eigenlijk liever anders gehad.
‘Zo zegt Jahwe, de God Zebaoth, Heer der Heerscharen...’
Niet alleen een oordeel, een getuigenis.
|
|