De Gids. Jaargang 124(1961)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 259] [p. 259] Pierre Kemp Getuigenis van een nieuwe hoed Ik kijk naar de schoentjes van een vrouw, die een nieuwe hoed heeft gevonden. De oude luchtkleur kreeg een nieuw soort blauw met lijntjes zon om de rand-ronde. Ik glimlach om het ritme van haar hakjes. Zij stempelen de tegels van de straat tot brieven van vreugde naar haar formaat te lezen door haar lippen als gebakjes. Ik weet niet meer, wat ik het liefst zou zijn, haar schoentjes of haar nieuwe hoed, of de benijde curve van haar lichaamslijn nu ze mij zo begrijpend groet met een hoofdknik van haar nieuwe hoed-verstand en een wuif van haar linkerhand. Lievelingsdichter In vele landen wonen sommige mensen. Wat zijn die sommige mensen nu aan het doen? Kijken zij onder de zon naar elkanders wensen? Of blazen ze fluit op de vorken van hun fatsoen? Het is niet te veel muziek die ik hoor, maar er is wel een fabelachtig licht in brilguirlandes van het ene naar het andere oor en ik, die glimlach om hun prominent gezicht. Ja, ik ben er ook, ik die zoveel sommigen ben, ik, de lievelingsdichter van: Ik ben, die Ben! [pagina 260] [p. 260] Modern gebed Mijn nieuwste gebeden zijn van gas en zo vermeng ik ze met GAS. Met het GAS dat Alles draaien doet en wil dat Alles zaaien moet. Dit alles met de schijn, dat er maar twee gassen zijn: GAS en gas en dat van mij in een zonneschijn als in een cultuur onder glas, want in dit leven is Uw GAS-cultuur voor mij ontstellend lang en hard en duur. Bejaarden Een bruine broek loopt achter een blauwe rok. Vroeger klingelden daar klokjes in en nu is het er zo stil. Dat was in de tijd van: Ja, ik wil - en ook wel later dan bij dit fris begin. Rok en broek lopen wel niet op een stok, maar de oren van vlees werden er van tin, de wangen van karton, de handen van stro en de voeten evenzo, de borsten van balkon en niet eens als een in de zon. [pagina 261] [p. 261] Niemandisme Als ik eens niet was geweest en dus niet had bestaan, wat zou dat Niemand-van-mij dan feest vieren en met Niemand-vaantjes gaan om de hoeken van de straten van Niemandsstad in Niemandsland! Ik ben wel van God verlaten, laat mij toch eens lachen achter mijn hand om zulk een begenadigd lot! Neen, liever glimlachen, anders hoort het God! Ongewenste informatie Een vraag sloop onder de rand van mijn hoed. Ik liet haar niet in mijn schedel. Vragen weten dan hoe het moet en ik luisterde al naar haar gevedel. Kom wat dichter bij mijn oor, muziek van vrouwenharen in die doos onder de roos! Ik verneem niet meer te veel en vergeet te licht! Maar toen greep ik die vraag bij haar keel en kneep die dicht. Vorige Volgende