De Gids. Jaargang 123(1960)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 275] [p. 275] Bert Voeten Seinedal Grijs wijf de rivier op haar knieën beklimt zij de oevers blaast blaast en kijk, een vuistdikke avond. De nevel hangt als Absalom aan de takken onnadenkend onuitputtelijk hard van zachtheid. De stoot van de bumpers duurt uren. Het licht uit de huizen komt kruiperig naar ons toe: een sentimentele hond, een jankende grafsteen, likkend - het is walglijk en troostend. En de doofheid van de wereld waarin wij rijden het uitgebluste hoofd van een dode reus. Ochtend bij Oisemont De aarde als een zwemmer maakt zich los uit de mist. De dichtbebladerde armen roeien. Het hoofd vonkt al. Een brandende zee van lucht breekt aan en overstroomt ons. Alles wordt goud van blauwte. Vorige Volgende