De Gids. Jaargang 123(1960)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 274] [p. 274] Bert Voeten Parijs Wie de nacht zo gekend heeft als wij eet de dag even gulzig, rookt de ochtend als een gauloise zoet, bijtend, hartgrondig. Daar lopen wij langs het ijzeren water knarsend van aken en grijpers, langs de retoriek der historie, onder pas geschilderde bomen. Steengladde longen ademen ons stervormig hart klopt ons, je roept je staat op je tenen je bent zo werkelijk als de obelisk in dit ratelend vagevuur, en geen twintig passen verder de beminnelijkheid van wit grint, nat gras, ontploffende bloemen, de groene stoelen, geschilferd van zon, regen, leeftijd, een god door duiven bevuild. Zoals de nacht is de dag: sprekend zijn wij elkaar meer dan zwijgend meer dan ooit verwarrend eenvoudig aards. Vorige Volgende