De Gids. Jaargang 123(1960)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 168] [p. 168] Pierre Kemp Solfège de la couleur Toen ik dat boek over de kleuren kreeg, heb ik de hele dag gezongen, ook toen ik zweeg. De trappen werd ik opgesprongen. Al naar ik steeg, ging ik door blauwe, gele en rode tongen lucht met heel mijn verlangen naar groen. Ik woon in een straat met jonge bomen. Zomerkleedjes kijken en er wat bij dromen is alles, wat ik nog kan doen. Albast Het ‘Lied van de Albasten Toren van een Ander’ zigzagt tussen de oevers van de rivier. Het zoekt de brug van komen tot elkander en... die brug is nu nog niet hier! Zal zij ooit komen? Er is te mooi avondblauw om te vergeten, dat dit het complement blijft voor albast, maar wie dit lied kent uit een beter weten, houdt reeds zijn vochtige ogen vast. Aubergine In dit licht worden de bomen van aubergine-naast-melkblauw en als teer met seringen aangestreken. Nu zal Het toch wel komen, Het, dat mij alles is en weer voor vele weken! Of ik op vrouwenlippen nog eens won fortuin, zo kijk ik naar de zon, zo'n beetje schuin. Vorige Volgende