De Gids. Jaargang 123(1960)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 76] [p. 76] Bert Voeten Bretonse namiddag Als het eb wordt zie je de baaien leeglopen. Geweldige brakke zandplaten liggen te dampen als zoutfabrieken. Kinderen plukken mossels. Een meisje zingt in haar lichaam dat het glinstert. Twee nonnen lopen een kreek door - hun beenwitte enkels knipperen tegen het ketsende licht, de ruimte. Boten hangen beschonken op het droge. Elke middag zie ik de val van het water, de terugtocht naar de slikkende oceaan. De herhaling is nooit eentonig. Elke keer glanst het zoute wonder van de schoonheid anders. Vissende jongen bij Cap Griz Nez Onder de arendsneus van de kaap een visser die met zijn werphengel ver het water treft. Een jongetje springt met zijn mager vistuig tussen de rotsblokken heen en weer, legt in, haalt op, danst om de dansende vis aan zijn haak. Met zijn blinkende spinner belachelijk mooi en onnut voor zich uit in de ruimte kijkt de man naar de dans van de vis en de jongen onder de arendsneus van de kaap. Vorige Volgende