De Gids. Jaargang 123(1960)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 3] [p. 3] Ed. Hoornik Eerste verdriet Wat zou ik dat graag nog eens voelen, de pijn van het eerste verdriet: de dood bij het ganzenborden. Ander doodgaan was er toen niet. In het langzame wellen van tranen trilde regenbooglicht; alles werd vochtig en warm; een stem zei: kom maar hier. Met de dood die de enige dood is, deel ik nu tafel en bed. Ook het slaghout van mijn verbeelding jaagt hem niet weg. De hond Al wat hij doet, vergeef de hond; zijn heer is weg, onder de grond. Als hij u bijt, en graaft en gromt, dan weet u nu, waardoor dat komt. Hij wil zijn heer na in de grond. Ik ben die hond. Vorige Volgende