| |
| |
| |
Leo Vroman
La Cascade, Haines Falls, Greene County, New York
Hoor het bos bijna zwijgen;
schrijven met honderden twijgen
De krekels en de uitgewassen
lange kruiden en onkruiden
om de wind, die nog tussen de grassen
en de wollige bolle bergen,
lichtgroen zijn de dromen,
er is een opregen van hoge
gele bloemen uit het gebogen
veld, vele ervan zijn vlinders;
twee goudvinken zelfs hangen
aan dunne, wuiv - o het verlangen
tussen woeste plantenpruiken,
de wellust, om te vergroeien
in de welige groeidolle vacht
van blaadjes met lange haren,
en lange gekartelde blaren
met vette gretige aderen,
en brede zittende bladeren
wier bontheid als van personen
| |
| |
want vleeslijke grote mensen
wier zweet van al te blote
wensen mij zeer bedroeft,
in mijn wit stadsgelaat en
waarop men niet eens mag sterven,
en waarop men niet mag wenen
maar boodschappen alleen en
dan nog met bruin papieren
zakken, als drooggebakken
verbladderde dierenhuiden
bliksels vergaderd worden,
die velen die zich vervelen
Och verlaat mij niet in een stad
waaruit het suizelend lover
vertrokken is, bergen over,
en weg - hoe vervang ik dat:
met kraanwater, of met wat?
Ik vroeg mr. Smith vandaag
- hij heeft blauwwit, kort golvend haar,
zo lang woont hij hier al - hoe het is
te leven tussen de bergen
(en te sterven dacht ik zo).
‘There is much snow’, zei hij,
‘in winter; and it's quiet, very quiet.’
verkleuren vogels en lover.
‘The nuthatches stay over,
and the chickadees, of course.
I feed them; suet, seeds’
| |
| |
he said; even robins he said
some don't even migrate at all.
Françoise Dumas, who's been living here
so long, so gently, en ach ja,
nu zelfs verloofd, en weldra
van hoofd tot blote tenen
getrouwd, heeft het volzoete
‘Father’ zei ze, ‘takes the car
then claims it got stuck.
Hates to drive in winter.
Anyway, there is no place to go,
the butcher comes to the door,
Daily, if you want them to.
Well, there are your kids.’
blonded by the bleaching sun
where it frames her brown face
and dangles down her brown back:
And Geraldine, thin and roasted like
freshly toasted breadsticks
is back from a short hike.
Waarin vogels, haar vogelboek
(griezelend kan ze kip eten).
Ze heeft nu een witte handdoek
| |
| |
in een hand geklemd, en vergeten.
Het stadsleven, tot voor kort
Als de kinderen nu niets meer zouden zien
dan dit uitzicht, of misschien
Sunset Rock, Tannersville,
opgroeiend, als dat nog kan,
tot bruine, beschaafd geremde
maar schone, ontkleurde hemden?
Als hun niets anders gebeurde
dan liefde? Dan zoete seizoenen,
en de wind nog zestig jaren
door de lieve lange haren
en dan door het lange groene
in het heuveltje, van hieraf
tussen de sparren en dennen
en vooral de verwarrende stenen
door een waanzinnig water
dat kort later weer was verdwenen
Als de kinderen daar vergaan
zijn hun kinderen al vertrokken,
of, als die tot bladeren oplossen,
wat hebben we dan, mag men vragen,
aan de groots voortruisende bossen
traag, traag bijgedragen?
maar hoe graag word ik zelf niet oud
onder Tinekes lange ogen,
| |
| |
laat de aarde gretig zogen
van ons versimpelend sap;
te verouderen door te verdrogen,
in plaats van tot zenuwenpap
in het steken en driftig poken
van stadsgekras en gekrab
te plapperen en droog te koken.
Hoe graag zie ik Tineke staan,
over veertig, vijftig jaren,
met lang, zwart rouwgoed aan,
en nog altijd zo gladde haren
en schaars in haar gebaren,
doch op grazige heuvelen voortaan -
waar de zon haar kruintje verwarmen kan,
en het zoenen der populieren,
waar de wind haar schandelijk omarmen kan,
Haines Falls, augustus 1959. |
|