moediging bij haar oom, die de eerste samenkomst der gelieven onder zijn dak mogelijk maakt. Pandarus is het type van de koppelaar, zoals later blijkt. Dan echter wordt Cressida door toedoen van haar vader uitgewisseld tegen de krijgsgevangene Antenor en zij moet Troje verlaten na een hartbrekend afscheid van haar geliefde Troilus. Door Diodemes wordt zij naar het Griekse legerkamp begeleid, en al zeer spoedig en zonder moeite weet de jonge Griek Cressida te veroveren. Als Troilus haar ontrouw verneemt zoekt hij op het slagveld de dood.
Shakespeare heeft Chaucers epos vrijwel op de voet gevolgd, maar in zijn drama ontbreekt het slot: de dood van Troilus. Voor de achtergrond van de Trojaanse oorlog, die Shakespeare tot eigenlijk thema heeft gemaakt, vond hij gegevens bij Lydgate en bij Caxton. Ook heeft hij Chapmans vertaling van de Ilias geraadpleegd. Aan Homerus ontleent hij het denkbeeld, Thersites in zijn stuk een rol te laten spelen, maar dan als de verpersoonlijking van de verbitterde minachting voor alle gewaande helden in zijn omgeving.
Shakespeare heeft dit stuk geschreven in felle verontwaardiging over de misplaatste veldtocht tegen Ierland, de onnodige en geheel mislukte expeditie onder aanvoering van Essex, waarin duizenden op ellendige wijze waren omgekomen. Het schrijven van dit stuk moet voor hem een uitlaat zijn geweest voor in eigen leven doorgemaakte teleurstelling en wrok tegen de wereld. Essex, de gunsteling van koningin Elisabeth, gold in Engeland als de nationale held. Chapman had zijn Ilias-vertaling aan hem opgedragen: ‘Aan onze eigen Godgelijke Held, onze Britse Achilles, de Earl van Essex.’
Het is wel duidelijk, dat Shakespeare, die relaties aan het hof had, zijn ‘nausée’ van de gedepraveerde hofkliek lucht heeft gegeven in zijn vernietigende schildering van de zogenaamde helden in het Griekse kamp voor Troje. Daarvoor had hij de figuur van Thersites nodig, de nar, die zeggen mag wat hij wil. Thersites gaat de voor die tijd gebruikelijke onbeschaamdheden van de nar verre te buiten, hij doet in het hele stuk niet anders dan spugen van minachting, honen en striemen.
Troilus en Cressida zou men het anti-oorlogsstuk van alle tijden kunnen noemen. Het wordt gedragen door een bij Shakespeare zelden voorkomende persoonlijke haat, in de eerste plaats tegen de figuur van Achilles, de Griekse Essex, maar ook in het algemeen tegen de valse heldenromantiek, zoals die bij Trojanen èn Grieken aan de dag treedt.
Als Troilus getuige is van Cressida's ontrouw met Diomedes, is het