Aan dit nummer werkten o.m. mede:
f.d.k. bosch. Geb. 1887. Promoveerde in 1914 te Leiden op het proefschrift De legende van Jimutavahana in de Sanskrit-litteratuur. Van 1916-'36 hoofd van de Oudheidkundige Dienst in Nederlands-Indië. Sinds 1938 bijzonder hoogleraar Universiteit Utrecht in de archeologie en oude geschiedenis van Nederlands-Indië, en sinds 1945 hoogleraar Universiteit Leiden in de archeologie en oude geschiedenis van Zuidoost-Azië. Publiceerde in 1948 De gouden kiem; inleiding in de Indische symboliek.
j. greshoff. Geb. 1888. Van zijn Verzamelde gedichten verscheen in 1956 een 7de vermeerderde druk. In 1958 verscheen een nieuwe omvangrijke dichtbundel De laatste dingen (1956-1958), in het maart-nummer besproken door S. Vestdijk. Voor verdere gegevens zie het april-nummer.
marnix gijsen (ps. van prof. dr. J.A. Goris). Geb. 1899. Woont sinds 1939 in New York, waar hij directeur is van de Belgische Voorlichtingsdienst. Aan verhalend proza publiceerde hij: Het boek van Joachim van Babylon (1948), Telemachus in het dorp (1948), De man van overmorgen (1949), Goed en kwaad (1950), Klaaglied om Agnes (1951), De vleespotten van Egypte (1952), Van een wolf die vreemde talen sprak (1953), De kat in den boom (1953), Wat de dag meebrengt... (1954), De lange nacht (1954), De oudste zoon (1955), Er gebeurt nooit iets (1956), Ter wille van Leentje (1957), Marie-ama van Antwerpen (1957), Mijn vriend, de moordenaar (1958).
m. mok. Geb. 1907. Dichter en prozaschrijver. Poëziecriticus van het Algemeen Handelsblad. Publiceerde de volgende dichtwerken: Exodus (1938), Kaas- en broodspel (1938), Verloren droomen (1939), De rattenvanger (1939), Scheppingsdroom (1940), Verzen (1941), De Vliegende Hollander (1941), De zeven hoofdzonden (1943), Een naamloos strijder (1944), De vader spreekt (1944; deze laatste drie onder pseudoniem Hector Mantinga), Europa (1945), Verzen van Nederland (1945), Salvis titulis (1946), Het wankel hart (1946), Silhouetten (1948), Vergeefs gebaar (1949), Aan de vermoorden uit Israël en In memoriam sororis (1950), Storm uit het oosten (1952), De spoorwegstaking (1953), Woorden in het donker (1956), Stormen en stilten (1956), Gedenk de mens (1957), Het lied van de olifant (1958).
leo vroman. (Zie het februari-nummer).