Nieuwe boeken
Cees Nooteboom, De zwanen van de Theems. Toneelstuk in drie bedrijven. - Em. Querido's Uitgeversmij, Amsterdam, 1959. 76 blz.
Nooteboom is een dichter. Dat was duidelijk toen hij in 1955 debuteerde met zijn roman Philip en de anderen, het werd bevestigd door zijn twee verzenbundels en de verzameling novellen De verliefde gevangene. En nu is dit poëtisch element ook een der verrassende aspecten van zijn eerste toneelstuk, en vooral van het eerste bedrijf.
Verrassend, want in de zo geheel andere uitdrukkingswijze van de dramatische kunst heeft de jonge schrijver de poëzie van het woord, zoals hij die met zijn gedichten deed voelen, en de poëzie van de beschrijving waardoor zijn novellen uitmuntten, herhaaldelijk weten te verdiepen tot het geheim van de ‘toneel-situatie’.
In De zwanen van de Theems heeft hij de mijmerende monologue intérieur van Philip en de anderen laten plaats maken voor een effectieve, rijk geschakeerde dialoog, die getuigt van echt gevoel voor toneel, en die zijn personages tot levende figuren maakt. Dit frappeert te meer omdat het drama zich afspeelt in het milieu van oude mensen, van de achtenzeventigjarige gepensioneerde kolonel van het voormalige Indische leger en zijn twee bejaarde zusters, die in een grote sombere villa in het Gooi samenwonen met hun dertigjarig nichtje Anna.
Hoofdpersoon is ‘het verleden’, niet alleen voor de drie oude mensen, maar ook voor Anna. Gelijk de zwanen van de Theems, die besmeurd door de olie van een gezonken tankboot hun vleugels niet meer konden bewegen, voelen zij zich weerloos overgeleverd aan de dood. Ook Anna kan haar vleugels niet uitslaan. Zij heeft nooit een man ontmoet die haar genoeg kon boeien en zij vlucht telkens uit het kille nuchtere bestaan naar de fantasie-spelletjes met haar oom, waarin zij samen scènes uit de Atjeh-oorlog opvoeren en Anna de held met een ridderorde decoreert.
In het sombere huis komt een jongere officier inwonen met zijn vriendin die een kind van hem verwacht. Ook hem achtervolgt het verleden: de herinnering aan allerlei wreedheden tijdens de politionele actie in Indië. Onrust drijft hem naar steeds nieuwe veroveringen en aan deze brute egoïst geeft Anna zich gewonnen. Haar oom heeft hij tot zwijgen gebracht door te dreigen dat hij zal onthullen, hoe de oude heer nooit in Atjeh heeft gevochten, geen kolonel is en het niet verder heeft gebracht dan tot sergeant bij de administratie in Batavia. Als de jonge officier Anna's kamer verlaat, wordt hij door de oude man neergestoken.
Het stuk is ingenieus in elkaar gezet, maar er zijn ook melodramatische kanten aan, die het ontsieren. Het is merkbaar, dat de schrijver invloed heeft ondergaan van Terence Rattigan, van Tennessee Williams, ook van Couperus. Er zal echter wel geen schrijver bestaan die generlei invloed van anderen kent, en deze reminiscenties verhinderen niet dat het stuk een eigen karakter heeft, met oorspronkelijke vondsten en een boeiende spanning tussen de figuren onderling, terwijl het milieu voortreffelijk is getypeerd.
Het is opmerkelijk, dat dit toneeldebuut van een zo jong kunstenaar meer de Untergang des Abendlandes weergeeft dan vitale opstandigheid van een generatie aan wie de toekomst behoort. Ook Jan Staal riep in De laatste verlofganger een beeld op van de naweeën van ons koloniale tijdperk. Het is voor het eerst dat Nederlandse schrijvers deze