De Gids. Jaargang 122(1959)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 117] [p. 117] Cees Nooteboom Siete poemas para el exssmo. señor Don Goonekniv Nomis 1. dit schrijf ik om opnieuw woorden te maken nu het benauwd wordt om laatste vogels te verjagen uit een heet land van leugens vogels zo zeer van kou dat zij om kleuren niet liegen vogels zo dicht bij de dood dat zij waarheid schreeuwen van kou. 2. ik die gedacht heb dat veel kleurige woorden een zin zouden maken laat nu mijn versteningen op om naar mij te zoeken en ook dat is pathetisch kleuren, zo liegend als bloemen bedriegend als liefdesmuziek - waarom verwoordt zich de kou niet die binnen in mij vriest? [pagina 118] [p. 118] 3. zoet oppervlak smelt ik van buiten maar van welke warmte? welke oneigen, niet verlangde zon vervalst het ijs in mijn stem, de kou? 4. het moet scherper te zeggen zijn de dwazen die ik in mijzelf ontmoet vleiers, heldenvereerders, praatgrage haters - ofwel, vergelijkenderwijs: rozenplukkers, mieren te paard gregoriaanse schalmeiers, ik moet ze verbranden in koude ovens het is onverdragelijk zoveel mensen te zijn en ze verraden is schaamteloos maar mijn eigen vlinders staan me naar het leven: [pagina 119] [p. 119] 5. rozig en onbedreigd ligt het kind in zijn zomerse badjas een rilling gaat over het strand, liefdesgebaar van de zee. kind tovert goudige bloempjes een vogeltje slaapt op zijn schouder een luchtig wolkje (aan hem vastgebonden) tempert het zonlicht maar langzaam met bijtend geweld breekt een koude steen uit zijn mond zijn lichaam verhardt en wordt grijzig de zee slaat bevroren bloempje vergaat en verdort wind krabt en vogel gevlogen zo krampt nu dat liefelijk strandbeeld en ontmaskert zijn leugen. [pagina 120] [p. 120] 6. daarom, vertedering heeft geen zin met sluipmoordenaars in de schemer slangen belust in het gras, gif in de hitsige bloemen spin in het nest van het bos het net onder water, verwachtend. als het zomert is niemand veilig de tuin staat gevaarlijk vol struiken weelderigheid is verraad, alle bomen een roofhuis, een valstrik. winters wil ik zijn, wreed en winters een koud slag dichtgevroren volk, een ijzeren blindemanschap mijn vluchtspoor in de weeke sneeuw geslagen maar ver voor de jagers, de honden op zoek naar de koudste waarheid [pagina 121] [p. 121] 7. die is eentonig woestijnzand ver van het werelds verkleuren van het theatrale verraad en de honderdvijftigduizend maat gedrukte concessie ver van de strelende brieven en de medelijdende vriendenkus die het verraad heeft herkend dit is eentonig woestijnzand ver van het troostende bed en de zalen met luisteroren van het met bedrog gekochte bedrog en de vertaling van vroegere leugens ver van de rozen de bloemen de rozen dit is eentonig woestijnzand waarheid eentonig woestijnzand. Vorige Volgende