De Gids. Jaargang 121(1958)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 179] [p. 179] Herman van den Bergh Mors nutrix Daar was een man die leidde een leven van vuur Zelfs tegen 't weefsel van de tijd waarin oranje trekt naar purper en purper naar oranje gloeide dit leven een woedend onuitwisbaar rood, Alleen toen hij gestorven was zag hij dat hij niet had geleefd. In de woestijn vond ik hem weer. Ik zag een schepsel naakt bestiaal dat hurkend aan de grond zijn hart hield in zijn handen en er van at. Ik zei ‘is 't goed mijn vriend?’ - ‘'t Is bitter - bitter’ mompelde hij ‘maar 't smaakt mij goed omdat het bitter is en omdat 't is mijn hart’. Groot achter zijn schouderkim, groot stond het amandeloog van de dood. Sindsdien bemin 'k dit vast geheim dat in het vuur van middagklaarte in de pralende volheid van de wezens het voedzame bewaart van een vergeten en bitter hart - de dood die op de laatste tafel der aarde nog de smaak brengt van brood. Vorige Volgende