De Gids. Jaargang 121(1958)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 19] [p. 19] Michel van der Plas Dertig Dertig vandaag. Over de helft. Van wat. Van een bladzij in een van al Zijn boeken, een dwaalster groot. En te geloven dat Hij die opslaat zonder te hoeven zoeken. En dat Hij dan ook leest, en zo geboeid dat Hij er eindelijk aan mee moet schrijven. Alsof Hij wou: terwijl Zijn hemel bloeit; engelen zingen; lichtjaren langsdrijven. Dertig. Die regels. Blekend, plat geplet. Schever al, haniger, niet meer te lezen. En te geloven dat ze, als lied verrezen, ooit klinkend aan Zijn hart worden gered. Als ik éen nacht die kinderkomma zet. Uitscheiden durf. Inslapen kan. God wezen. Vorige Volgende