De Gids. Jaargang 121(1958)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 80] [p. 80] Leo Vroman Mijn beroep Gaarne voel ik met de handen tussen mensen, planten, dieren de gebeurtenissen tieren en de tranigtaaie banden dezer snikkend in elkander door de dichte aardse gassen woesterwijs dooreengewassen wezens - als een Aardelander meet ik zwelgdenkend rond met vertakte linealen, wonderen voor het ademhalen happend met verwarmde mond, als een organisme warend in een jas, wit, en alleen, zich de kop van glanzend been buigend in een trechter starend naar verbogen glazen stangen die verwonderende trekken spiegelen en als wonden rekken: al mijn monden, halve wangen die zichzelf betrekkebekken willen één atoom in gaan. Ik wil krom voorover gaande neergaan in dat onbestaande waar wij allen uit bestaan tot ik in mij zelve val, of wel achteroverkrullend zwijgend of behoeftig brullend om de nacht van het heelal [pagina 81] [p. 81] wee dit hongerig verlangen, wee mij, spin, blind opgehangen in mijn haarwerk van gedachten wee de lange lange nachten vangstenloos en ongevangen web, het hoge luide bos; de bergstroom kan ik horen razen, en de wind giert door de mazen, maar geen zoogdier scheurt mij los. Vorige Volgende