De Gids. Jaargang 120(1957)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 310] [p. 310] Jac. van Hattum Terug Niet, dat m'n mildheid aangerand en door 't onziene werd besprongen, maar dat ik slechts voor onverstand en louter onwil heb gezongen, benauwt mij 't meest, want, wat ik gaf was eerlijk en spontaan gegeven, nooit achtend op de wolvendraf en 't staan naar eigen, argloos leven. En dan een dag, dat kwijl en schuim en klappen van verraders kaken, het onbezorgd-doorzongen ruim tot hel en afgrond konden maken. En, weer terug in het domein, waar niets vermag mij aan te randen, wil ik geheel mezelf weer zijn, daarin gekeerd met lege handen. Vorige Volgende