De Gids. Jaargang 120(1957)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 133] [p. 133] W.A. Braasem en Ed. Hoornik Klaaglied Ik ben niet als weleer de oude vrouwen van ons volk. Als die wat zeiden of wat zongen, klonk het schoon, maar al die klanken en die liedren zijn vergeten. Gedwongen dikwijls Engels en Spaans te spreken, verleerden we de eigen Yagan-woorden. Mijn tong bezit niet langer zekerheid. Zo zijn we er aan toe. Hoe weinigen van ons zijn er nog over. Maar in die andre wereld, de Europese, daar zijn ze nog met velen. En sterft er één bij ons, 't is erger dan dat er duizend sterven daar. Zo zijn wij er aan toe. Mijn vader en mijn moeder zullen sterven. Die dag zal ik het bos ingaan, radeloos rondlopen, eten noch drinken. O, was ik dan een man, ik stormde er op los om alle dieren dood te slaan uit louter moordlust. Juist als Hij-van-daarboven zou ik doen, die ook vernietigt en vernielt als wilde Hij 't verslinden. Dan kan Hij ook eens zien hoe Hem dat zou bevallen. Dan zou Hij eindlijk reden hebben ons te straffen. Zo zijn wij er aan toe. (Yagans - Vuurland) Vorige Volgende