Van Van Gorcum, Assen.
Dr. D. Bartling, De interpretatie van het kunstwerk. Overdruk uit het A.N.T. v. Wijsbegeerte en Psychologie. f 1.50.
Voordracht voor de studiekring voor Literatuurwetenschap.
Van Dr. W.F. Hesselink, Den Haag.
Naar een rehabilitatie der schriftexpertise.
Overdruk van het artikel Ervaringen als schriftexpert in het Tijdschrift voor Strafrecht LXVI, 2. 1957. Exemplaren verkrijgbaar bij de auteur à f 5. -.
De schrijver verweert zich aan de hand van verhalen uit zijn practijk tegen afbrekende beoordelingen van zijn werk door de hoogleraren Taverne en Böttcher, wijst op de noodzakelijkheid, tussen grafologie en schriftkunde goed te onderscheiden en op de wenselijkheid, dat leden van de rechterlijke macht enige kennis speciaal van het laatste onderwerp zullen bezitten.
Van Kemink, Utrecht.
Mia J. Gerhardt, Les voyages de Sindbad le Marin. Studia Litteraria Rheno-Trajectina. Vol. III.
Wie als kind de verhalen van Sindbad de Zeeman als sprookjes gelezen heeft, zal wellicht even verbaasd zijn, ze hier als object van een nauwgezette literair-historische studie terug te vinden, maar hij zal er met vernieuwde, zij het ook gans anders gerichte belangstelling kennis van nemen.
Van Manteau, Brussel.
Herman Teirlinck, Verzameld werk. Deel III. De kroonluchter. Mijnheer J.B. Serjanszoon. Johan Doxa. De nieuwe Uilenspiegel. f 17.50.
Van Meulenhoff, Amsterdam.
Dr. J.G. Bomhoff, Diepte als literaire categorie. Inaugurele Rede. Leiden. f 1.25.
Beschouwingen over het begrip diepte in de literatuur, naar aanleiding van een schooljongensvraag: wat zijn diepe gedachten?
Van Van Stockum, Den Haag.
H. van Praag, Inleiding tot de Sociale Wetenschappen. f 9.50.
Van The Tyndale Press, Londen.
Dr. R. Hooykaas, Christian Faith and the Freedom of Science. Philosophia Libera. 1/6.