Aan dit nummer werkten o.m. mede:
gerard den brabander (ps. van j.g. jofriet). Geb. 1900. Publiceerde o.a. de dichtbundels Materieman (1940), De Holle Man (1946), De Stenen Minnaar (1946 - bekroond met de amsterdamse poëzieprijs), Onraad (1955) en Niets Nieuws (1956). In 1950 verscheen een bloemlezing uit zijn poëzie onder de titel Curve.
r. jacobsen. Geb. 1876. Promoveerde in 1906 tot doctor in de geschiedenis aan de rijksuniversiteit te Leiden. Was van 1905 tot 1950 leraar aan het Erasmiaans Gymnasium te Rotterdam. Publiceerde o.m. Carel van Mander; Het leven van Leonardo da Vinci; en enkele bundels verzamelde opstellen: Prisma en Kaleidoscoop. Voor Kaleidoscoop ontving hij de amsterdamse essayprijs 1955.
e.m. janssen perio. Geb. 1927. Historicus. Leraar aan een R.H.B.S. Het essay Huxley's Ideologieën, waaruit wij in dit nummer een fragment publiceren, werd in 1950 bekroond met een regeringsreisbeurs.
pierre kemp. Geb. 1886. Was bijna dertig jaar werkzaam als beambte aan een steenkolenmijn. Wijdt zich sinds 1944 geheel aan de letteren. Uit zijn talrijke bundels Kleine liederen stelde Adriaan Morriën in 1953 een bloemlezing samen. Recente publicaties: Engelse Verfdoos en Maastricht en ik (1956). Ontving in 1956 de Constantijn Huygensprijs.
m. mok. Geb. 1907. Poëziechroniqueur van Het Algemeen Handelsblad en Kroniek voor Kunst en Kultuur. Van zijn epische gedichten werden vooral bekend Exodus (1938), Kaas- en Broodspel (1938), en De spoorwegstaking (1953). Zijn lyriek bundelde hij o.m. in Salvis Titulis (1946), Silhouetten (1948) en Stormen en Stilten (1956).
koos schuur. Geb. 1915. Was oprichter en redacteur van Het Woord. Emigreerde in 1951 naar Australië. Publiceerde de dichtbundels Windverhaal (1943), Novemberland (1944), De Zeven Vloeken (1944), Herfst, Hoos en Hagel (1946) en Fata Morgana voor Nederlanders (1956). In 1953 verscheen zijn brievenboek En de kookaburra lacht. Het in dit nummer opgenomen gedicht is zijn eerste poëtische publikatie in het engels.
adriaan van der veen. Geb. 1916. Is sinds 1946 redacteur letteren en kunst van de Nieuwe Rotterdamse Courant. Hij schreef novellen en romans, o.m. Wij hebben vleugels (1946), Jacht in de diepte (1947), Zuster ter Zee (1949), Het Wilde Feest (1952) en Spelen in het donker (1955). In voorbereiding: een bundel novellen De man met de zilveren hoed, waarin de hiervoor afgedrukte novelle zal worden opgenomen.
h. van de waal. Geb. 1910. Sinds 1945 hoogleraar in de kunstgeschiedenis aan de rijksuniversiteit te Leiden en directeur van het Prentenkabinet aldaar. Ontving in 1955 de Wynants Franckenprijs. Publiceerde o.m. Jan van Goyen (1941), Traditie en bezieling (1946), Drie eeuwen vaderlandse geschied-uitbeelding (1952).
hans warren. Geb. 1921. Woont in Frankrijk. Literair chroniqueur Provinciale Zeeuwse Courant. Publiceerde o.m. Pastorale (1946), In memoriam Dr. Jac. P. Thijsse (1947), Eiland in de stroom (1951), Vijf in je oog (1954) en Leeuw Lente (1954).