Nieuwe boeken
F. Sierksma, De religieuze projecties. Nr. 3-6 uit de serie Libertatis Ergo. - W. Gaade N.V., Delft. 234 pag. Prijs f 5.90.
In deze studie tracht Dr. S. vat te krijgen op de religieuze ken-acte, door haar te verstaan als projectie. Projectie, aldus de auteur, is het subjectief aspect der menselijke waarneming, niet slechts een technische term uit de dieptepsychologie. Hallucinatie, overdracht, wishful thinking, beeldend denken en fragmentarische of misleidende waarneming, zijn even zovele varianten op het ene gegeven der projectie, dat constitutief is voor de mens, wiens subjectiviteit in alle levensrelaties de objectieve wereld kleurt en wijzigt.
Eerst dient deze omvormende subjectiviteit in de dierenwereld te worden nagegaan, alvorens zij in haar typisch menselijke vorm kan worden herkend.
Welnu, de dierlijke waarneming blijkt te corresponderen met de handeling; beide zijn dwangmatig selectief, in dienst van de instandhouding van de soort. Om het karakteristiek menselijke te formuleren grijpt dr. S. naar de terminologie van Helmuth Plessner: ‘die Positionalität der excentrischen Form,’ waarmee het menselijk zelfbewustzijn, de gespletenheid, de dubbelheid van een theoretisch, gedistantieërd ik en een ik, dat gebonden is aan lichaam en ziel, worden aangeduid.
Met behulp van zijn waarneming organiseert en stabiliseert de mens, dit uit zijn evenwicht geslagen zoogdier, zijn binnen- en zijn buitenwereld. Want naar evenwicht streeft het menselijk bestaan. Terwijl langs actief-bewuste weg de stabilisatie plaats vindt via de objectiverende begripsvorming, rijst uit het onbewuste het beeld op, waardoor het subject zich het on-objectiveerbare toeëigent. Zo, beurtelings en tegelijk objectiverend en projecterend, komt de mens zijn oorspronkelijke en altijd terugkerende evenwichtsstoornis te boven, vult hij de leegte op, wendt hij gevaren af.
De religieuze projectie onderscheidt zich niet wezenlijk van andere projecties. Wanneer de mens niet in staat is vast te stellen wat achter de dingen ligt, projecteert hij eigen structuur of vaderbeeld in de diepte van het heelal of kleurt aspecten der werkelijkheid tot heilige dingen. Ontogenetisch onderzoek leert dan dat zulke projecterende werkzaamheid inzonderheid optreedt na evenwichtsstoornis, na mislukte beheersing van de binnenwereld of uit verweer tegen de dreigende buitenwereld. Stabiliteit is eerste en laatste functie van de waarneming, ook van de projectie, ook van de religie.
Als de auteur het terrein van de religie zelf betreedt, schenkt hij slechts terloops aandacht aan de bijbelse geloofswereld (vaderprojectie, wedergeboorte als driftsublimatie, creatuurbesef worden aangestipt), doch richt zich op de bonte veelheid