Aan dit nummer werkten o.m. mede:
ad den besten. Geb. 1923. Werkzaam in de uitgeverij. Oprichter en redacteur van De Windroos. Publiceerde de dichtbundels Dubbel leven (1946) en Verleden tijd (1950). In 1953 verscheen zijn bloemlezing uit de na-oorlogse poëzie Stroomgebied, gevolgd door een kritisch overzicht onder dezelfde titel (1954).
geerten gossaert. (zie het februari-nummer).
guillaume van der graft. (zie het januari-nummer).
w. van maanen. Geb. 1890. Hoogleraar in de engelse taal en letterkunde aan de universiteit van Amsterdam. Literaire essays in De Gids, Apollo, De Nieuwe Stem, Vragen des Tijds, etc.
adriaan morriën. Geb. 1912. Studeerde frans M.O. Was redacteur van Criterium en Libertinage. Oprichter en redacteur van Literair Paspoort. Hij publiceerde o.m. de dichtbundels Hartslag (1939), Landwind (1942), Het Vaderland (1946) en Vriendschap voor een boom (1954), de novellenbundel Een slordig mens (1951) en een verzameling schetsen onder de titel Een bijzonder mooi been (1955).
harry mulisch. Geb. 1927. Debuteerde in 1952 met de roman Archibald Strohalm, waarvoor hij de Reina Prinsen Geerligs-prijs ontving. In hetzelfde jaar verscheen zijn novelle Tussen hamer en aambeeld. Publiceerde voorts o.m. Chantage op het leven (novellen, 1953), de roman De diamant (1954) en een bundel korte verhalen Het mirakel (1955).
nel noordzij. Geb. 1923. Studeerde pedagogie en grafologie en is thans als grafologe werkzaam aan enige laboratoria voor toegepaste- en bedrijfspsychologie. Publiceerde o.m. de gedichtenbundel Bij nader inzien (1954), Om en Om (gedichten en verhalen (1954), de novelle Met de hand op een boomtak (1955) en de roman Het kan me niet schelen (1955).