De Gids. Jaargang 119(1956)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 99] [p. 99] Leo Vroman De ruimte in Mij zijn de dingen als bloemen: bedoeld tot openspringen van bewijs dat woelt overal in; zelfs in mensen die het einde wensen woelt begin. Ik kan in mijn handen de wereld voelen: als vlees krioelen de vastelanden en tintelen van de bommen, rimpelen van de rampen, huiveren van de drommen. Onder nauwe dampen in het aardse zonlicht drukken lichamen zich zo dicht tezamen, zo eenzaam en zo dicht, zo dicht. [pagina 100] [p. 100] Trek de kou in van de lege maan. Blijf even staan luisteren, trek dan door de lange nacht naar een planeet (plotseling heet), mompel zacht, en tuimel maar voort. Wat heb je na jaren dan gezien, ervaren en gehoord? Snik maar, want van hier tot God snikt om ons lot niemand, niemand. De melkweg? Bleek zand dat traag na draait, eens opgewaaid van een leeg strand, en... Een ogenblik! Wat hoor ik daar? De wind. Niemand. Snik maar. New York, 1 Nov. 1955 Vorige Volgende