De Gids. Jaargang 118(1955)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 225] [p. 225] Adriaan Morriën Oude wilg Soms laat de wilg mij toe tot zijn nadenkendheid. Dezelfde taal ruist door ons heen, dezelfde tijd. Met wortels in de grond en hersenen in 't zwerk Verrichten wij hetzelfde moeiteloze werk. Als vogels vliegen de gevoelens uit mij weg. Mijn angst wordt geur en wind, tot stilte wat ik zeg. Waar stam in takken, hout in blaren overgaat Voel ik de pijn der nerf, de wellust van de naad. Ik ben doorzichtig, mijn geheim is zon en lucht. Mijn hoop werd hol, mijn weemoed overwonnen vlucht. Mijn stilstand vliegt en met mijn grijze bladerhand Bedwing ik de uitbundigheid van storm en land. De jaargetijden zijn mij honing en aluin En het heelal is de vergroting van mijn kruin. De elementen De wind is een mes dat snijdt zonder te wonden Het licht een water dat niet verstikt De lucht een vuur dat niet verbrandt De nacht een doos voor mijn dromen De slaap een doek om te toveren De dood een vriend zonder handen Vorige Volgende