De Gids. Jaargang 118(1955)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 52] [p. 52] H.P. van den Aardweg Parijs in regen Achter het gaas van een tot damp geworden regen Trekken de huizen en de straten een grimas, De Opéra werd het verzonken dodenmasker Van het gelaat, dat zij nog kortgeleden was. Als een gestorven blik ligt het trottoir te glimmen, Ginds loopt een man, een schim, die ergens henenglijdt, Het zijn alleen maar kleren, schoenen, die bewegen. Het bloed is weggevloeid uit de aderen van de tijd. Het Louvre staart met honderd hulpeloze ogen, Een reus, die spreken wil, onmachtig tot geluid. En mateloos verveeld laat zich de Seine stromen. Een natte vrouw verkoopt haar laatste kranten uit. Bij glas en fles op een terras, dat is verlaten, Zie ik zonder verwondering dit alles aan En zit, het enige, wat met mijzelf te praten, Zoals de mens soms doet en altijd heeft gedaan. Vorige Volgende