De Gids. Jaargang 118(1955)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 421] [p. 421] Adriaan Morriën Reisbevel Terwijl ik bij je lig ben ik ver van je af In een langgeleden toekomst streel ik je haren Over een scheiding ben ik naar je toe komen varen Over een geboorte en over een graf Je had een boom kunnen zijn, een pluim licht Maar nu je een meisje bent is het goed Ik heb bezit genomen van je bloed Niet uit dwang en zelfs niet uit plicht Het was een vrije noodzaak, een losse wil Een bevel van het luchtruim aan een duif De vogel zit in een boom en houdt zich nog stil Maar zijn vlucht strekt zich nu al ver voor hem uit Begrafenis Een lijkstoet gaat voorbij mijn raam, Langzaam alsof het nacht is of mistig, Alsof men op de tast naar een graf zoekt. Maar buiten de stad is het al gedolven. De doodgravers wachten zoals men een gast wacht Die dodelijk ziek is of niet kan praten. Voorzichtig tillen zij hem uit zijn praalkoets. Eerbiedig laat men hem neer in zijn graf, Een lift, niet omhoog maar omlaag in de aarde, Diep in de onderwereld van zielen en bloemen. Vorige Volgende