Emmy van Lokhorst
Emanuel Querido herdacht
De jaren, waarin ik regelmatig Emanuel Querido ontmoette, omsluiten vele kostbare herinneringen. Hij woonde toen reeds in Laren, in het huis, dat zijn geest ademde in de harmonische rust, in de sobere, warm doorleefde intimiteit van boeken, een stralende tuin in de zomer, een groot haardvuur in de winter. Hij bezat de meest intense vorm van gastvrijheid, - niet de plichtmatige, ontvangst van mensen, voor wie men de eigen sfeer moet inperken, maar de enthousiaste behoefte, vrienden zo lang mogelijk bij zich te houden. Hij was dol op gezelligheid, op een levendig gesprek, op een felle discussie, zijn gevoel voor humor was zeer genuanceerd en wie hem zag lachen, voelde zich opgetild uit zorg en beklemming. Aan dat haardvuur was hij degeen die het gesprek opbouwde en niet afliet voor hij de mening van de ander diep en volkomen had verstaan. Er was steeds een bedwongen steigering van het gevoelsbewegen in zijn woorden, soms uitbrekend in een plotselinge greep van zijn sterke ogen, die tot op de bodem van de waarheid wilden doordringen.
In die jaren leerde ik hem in zijn eigenaardig compacte zielskracht van nabij kennen en bemerkte, hoe hij aan de buitenkant eruptief, snel wisselend van stemming was, en gespannen hartstochtelijk levend, door storende kleinigheden geïrriteerd werd, maar hoe hij tevens over een dieper gelegen evenwicht tussen willen en kunnen beschikte. Een evenwicht, dat hij in vele jaren van hard rusteloos werken met hevige teleurstellingen en langzame overwinningen op het lot had bevochten. Uit dat gelukkige huis moest hij in de oorlog de wijk nemen; hij is er niet meer in teruggekeerd. Met zijn vrouw was hij in Blaricum ondergedoken, maar zij werden verraden, weggehaald en vergast.
Zijn nalatenschap bestaat in twee werkstukken van groot formaat, zijn uitgeverij en het uit tien delen bestaande Geslacht der Santeljano's, dat hij onder het pseudoniem Joost Mendes heeft gepubliceerd.