gezocht. Maar behalve om de historische interessante beschouwingen die Brown aan zijn stelling vastknoopt kan het thema toch ook belangwekkend zijn doordat de aandacht weer wordt gevestigd op de fundamentele betekenis van de tekst.
Regie, spel, belichting, decor, accoustiek, het kan alles perfect zijn, maar als de gegevens van het stuk niet voldoende overtuigingskracht in zich dragen, blijft het vrijwel onmogelijk, de voorstelling te doen slagen. Dat is bijvoorbeeld duidelijk gebleken bij de opvoering van ‘Beslissing’ (Marching Song) van John Whiting, de jonge Engelse toneelschrijver, wiens vorige stuk, Saint's Day, in 1951 bij een prijsvraag van het Arts Theatre werd bekroond door een jury, waarin ook Christopher Fry en Alec Clunes zitting hadden.
Hoe verfijnd Paul Steenbergen's regie ook was, hoe indrukwekkend het door Wim Vesseur ontworpen decor en hoe verantwoord het spel, - toch liet het stuk de toeschouwer koud, doordat het gestelde probleem te ingewikkeld bleek. Een generaal begaat in de oorlog een tactische fout, waardoor zijn land de oorlog verliest. Na een gevangenisstraf van zeven jaar zal hij zich moeten verantwoorden (wat reeds een zonderling procedé is). Deze generaal is een geïntroverteerde figuur. Zijn tactische fout ontstond door de plotselinge ontdekking, dat het algemeen belang waarvoor hij dient te vechten, strijdig is met zijn dieper gelegen eerbied voor de mens.
Een conflict dat in een roman misschien kan worden waar gemaakt, maar dat op het toneel niet overtuigt. Ook de andere personages zijn geen mensen van vlees en bloed, maar cerebraal ontworpen figuren die tot het centrale conflict niet in een dwingend verband staan. Ook al erkent de toeschouwer dat deze jonge Engelse toneelschrijver nieuwe wegen heeft gezocht en dat hij het gewetensconflict op hoog niveau heeft geplaatst, toch blijft ‘Beslissing’ literatuur en geen toneel. Een van de factoren, (en dan nog de meest fundamentele) nodig voor het welslagen, ontbrak en al was al het overige met de grootste zorg voorbereid, - toch kon de voorstelling niet overtuigen.
Twee ‘grote’ voorstellingen kwamen niet aan het doel door andere oorzaken.
De Arnhemse toneelgroep Theater heeft met de opvoering van Peer Gynt een waagstuk ondernomen, dat een geweldige hoeveelheid kracht en inspanning van alle medewerkenden vergde. In regie van Albert van Dalsum, met de muziek van Grieg uitgevoerd door het Utrechts