De Gids. Jaargang 117(1954)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 325] [p. 325] Adriaan Morriën De oude dichters De oude dichters praten over ziekte In kamers vol met boeken, bij een beker wijn. De zon schijnt door hun dunne haren en hun handen, Maar in de wijn verzinkt haar licht. De jongste grijsaard is de dood ontkomen. Hij drinkt met kleine teugen, uit gewoonte, Maar ook omdat het leven hem weer beter smaakt. Hij is verwonderd dat hij is teruggebleven En dat hij loopt op zijn vertrouwde voeten: De vloer die zachtjes kraakt heeft het bevestigd. De moerbei in zijn tuin is ouder dan hij leven zal En nooit wordt hij zo knoestig zonder te bederven. Hij strekt geen takken in de schaduw van 't heelal. De oudste dichter is vol spot en haat Die hij verfraait zoals hij zijn gedichten maakt. Zijn wanhoop is afhankelijk van 't dwingend rijm, Terwijl zijn oude liefde nooit zingt zonder wijn. Elk weet dat hij de ander niet benijden kan. Zij staan het zonlicht nauwelijks in de weg. De wijn smaakt beter dan een volgend jaar. Vorige Volgende