eerste roman, Molloy, werd terstond door de Parijse critiek als een der belangrijkste boeken van na de oorlog gesignaleerd. Twee jaar later publiceert hij zijn roman ‘Malone meurt’, die zijn naam in wijder kring bekend maakt.
Is in deze romans invloed merkbaar van Joyce, met wie Beckett bevriend was, meer nog heeft men zijn werk met Kafka vergeleken. Zeer terecht kwam Maurice Nadeau, - een fanatiek bewonderaar van Beckett, - op tegen dit etiketteren van een groot schrijver, die een geheel eigen levensvisie bezit. Beckett's oorspronkelijkheid blijkt eerst recht in En attendant Godot, een toneelstuk in twee bedrijven, waarin men niets te zien krijgt van al hetgeen Vilar ons brengt.
Een kaal toneel met een schurftig boompje als ‘decor’. Nagenoeg geen handeling. Twee landlopers in vuile kleren, Estragon en Wladimir, voeren een verbijsterende dialoog, waarin zij elkaar telkens niet begrijpen, geïrriteerd van elkaar af willen, maar zich in angst en doodsnood dan weer aan elkaar vast klampen. Twee menselijke wrakken, die wachten op ‘Godot’, op de redding, de uitweg uit de misère. Zij willen weg, maar kunnen niet, want zij wachten op Godot.
Dan verschijnt het gruwelijk tweetal Pozzo en Lucky, heer en knecht. Lucky die slaapwandelend voortwankelt met een touw om zijn nek en de zweep van Pozzo als bedreiging, draagt zijn meesters jas, zijn zware koffer (met zand), zijn mand met etenswaar en zijn vouwstoeltje. Pozzo snauwt zijn bevelen, en trekt het touw aan, dat een diepe wond in Lucky's hals heeft gesneden. Pozzo laat zich het vouwstoeltje brengen en de mand met zijn diner, met smaak kluift hij de kippenboutjes, drinkt zijn fles wijn.
Als Estragon hierover zijn verontwaardiging toont, beweert Pozzo, dat zijn knecht zich zo beklagenswaardig voordoet, omdat hij bang is, dat zijn meester hem zal wegjagen. Hij laat Lucky kunsten vertonen, als een automaat danst Lucky en dreunt een filosofische bespiegeling op over de existentie van de mens: daarna valt hij als levenloos neer, maar Pozzo schopt en slaat hem, tot hij weer opkrabbelt, alle bagage opneemt en verder wankelt.
In het tweede bedrijf komt Pozzo met Lucky terug; Pozzo is blind geworden, hij smeekt om hulp, als hij valt. Met mocite houden Estragon en Wladimir hem overeind tot hij het toneel heeft verlaten. Als de vagebonden alleen achter blijven, overwegen zij opnieuw om zich op te hangen, omdat Godot weer nict is gekomen, maar zij moeten van deze laatste uitweg, de dood, afzien, omdat zij geen touw hebben.