De Gids. Jaargang 117(1954)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 141] [p. 141] M. Mok Twee millioen kinderen Twee millioen kinderen, mijne heren, zijn onder onze ogen omgebracht, twee millioen kinderen, die elkanders tranen nog hadden willen drogen, terwijl gij uw leven hebt beschut tegen de nacht. Jongens en meisjes, strek je koude handen nog eenmaal door het donker naar mij toe, dat ik hun trillende angst voel branden tot in mijn zenuwen, dat ik de grote vlam van jullie ogen in mij uit laat waaien. Voetstappen hoor ik, het zijn jullie voeten, kleine, struikelende mensenvoeten, door steenwoestijnen, over blinde wegen, door een glasharde nacht, onder dode sterren; kleine voeten die het koud hebben gekregen. Kinderen die niet meer roepen kunnen, hun schreiende stemmen zijn stukgestoten op de zwijgende muur van de tijd; kinderen die nauwelijks ademen kunnen, want ook hun borsten zijn kapotgeschreid. Hun wanhoop strompelt door de nacht, recht in de beulsarmen, die hun einder rondom de wereld spannen; twee millioen verlatenen onder de hoge wacht der sterrenbeelden. De armen sluiten hun moordende kracht rondom de kinderen. Er is geen klagen meer over in de wereld om dit leed; er is geen stem die het zou kunnen overdragen; er is geen mens meer die er iets van weet.Ga naar voetnoot+ voetnoot+ E.M. Wiarda predikant † 11 April 1945 Vorige Volgende