De Gids. Jaargang 117
(1954)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 59]
| |
Marius Flothuis
| |
[pagina 60]
| |
1947 reeds uitvoeriger geschreven. Het is echter een onloochenbaar feit, dat noch kwantitatief noch kwalitatief de ‘bevrijdings’-composities zich met de ‘verzets’-composities - deze aanduidingen zijn hier uiteraard in de ruimste zin bedoeld - kunnen meten. Men legge naast elkaar het korte declamatorium Doodenmarsch en het lied Daar komen de Canadezen van Henriëtte Bosmans; het symphonische ballet Katharsis en het lied Vrijheid van Bertus van Lier. Niet alleen bleven de componisten in gebreke voorzover betreft de reactie op het phenomeen ‘bevrijding’, ook muziekinstituten en overheid schoten te kort. Dat de viering van de bevrijdingsdag geleidelijk meer en meer in het gedrang zou komen, lag in de lijn van de politieke ontwikkeling waarvan wij in de jaren na Mei 1945 getuige zijn geweest. In de culturele sector werd niets wezenlijks ondernomen om het symbool van de vijfde Mei levend te houden. En waarschijnlijk moeten wij dit als een parallel verschijnsel zien. En wat had er niet gedaan kunnen worden! Hoe logisch zou het niet geweest zijn als men Beethovens Fidelio - een werk waarin op verheven en aangrijpende wijze alles is samengevat, wat wij zelf in de jaren 1940-1945 doorstonden - telkenjare in de Meidagen op het repertoire had genomen! Hoe verantwoord zou het niet zijn geweest, als men opdrachten aan dichters en componisten had gegeven tot het creëren van eenvoudige werken waarin de vreugde om de herwonnen vrijheid werd bezongen, werken die op straten en pleinen, in scholen en werkplaatsen hadden kunnen worden gezongen.
Dit alles is niet gebeurd en wij behoeven ons er nauwelijks over te verwonderen. En toch protesteren wij tegen de afschaffing van de viering van de vijfde Mei. En niet omdat wij voorstanders zouden zijn van een kunstmatig in stand houden van iets wat niet in het volk leeft. Maar omdat de afschaffing - want ook een vijfde Mei als ‘snipperdag’ betekent een afschaffing van de vijfde Mei als symbolische feestdag - de laatste schakel in die keten van noodlottige verschijnselen is, die met de ‘barmhartigheid’ begon. En omdat zij een aanval in de rug is op hen die in de oorlog goed en bloed over hadden voor het voortbestaan van onze Nederlandse samenleving, een schending bovendien van de nagedachtenis van hen die ervoor gevallen zijn.Ga naar voetnoot+ |