De Gids. Jaargang 117(1954)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 176] [p. 176] Michel van der Plas Water Ik ben zo graag bij mijn liefste, zij kan spelen als water, als een bergbeek die naar mijn open handen klatert en dan onvoorstelbaar veel meer wordt dan ik zie. Zij is overal met haar watermond en waterhanden, is overal waar; zij slijpt de stenen van ons verdriet rond, ja, zij maakt ze zelfs mooi en van elkaar. Ik had nooit geweten dat water brandt, of dat het als feestelijk vuur in mij kan zuchten van lust, zo gretig en vrij. Maar hoe, haar verblindende spel voorbij, de beek uitstroomt, kan ik niet zeggen, want dat weet niemand onder de zon; niemand. Portret Een jongen, en van dromen te moe om het te zien. Er is iets weggenomen, zijn boek, zijn mandolien. Maar de gedichten komen morgen. Morgen misschien. Vorige Volgende