De Gids. Jaargang 117(1954)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 148] [p. 148] Jac. van Hattum Nu ik moet zijn... Nu ik moet zijn, wou ik wel zijn als wieren om zacht te wuiven met een groene hand, en in mijn sluier kleine glinsterdieren en, voor mijn schaduw, geel, beweêglijk zand. Om, zo bewegend, eenmaal los te laten en mee te drijven naar d'oneindigheid, waar, eeuwigheden, grauwe golven praten, buiten verband van ruimte en van tijd. Ik zoek alleen nog de gelatenheden: drijven en wuiven, en een schuilplaats zijn, met geel bewegend zand daar diep beneden en vol van zin voor stroomval en ravijn. Drijven en wuiven, en aandachtig wezen, vol twinkelvisjes en gehoornde slak en dan de windbrief van het water lezen, daarop geschreven door een wiegeltak. Want wind en water zijn zoveel vertrouwder - o, levenshelft met zulk een schaars gewin - alleen het levend water wordt niet ouder, gewuif van wieren is des levens zin. Vorige Volgende