De Gids. Jaargang 116(1953)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 382] [p. 382] Bertus Aafjes Achterlijk kind Juist toen hij werd geboren Meen ik dat God zich verslikte, Of had Hij kramp. En toen begon de opmars Door het eerste schot reeds gedund De opmars van zijn leven. Een engel aan zijn rechter Een demon aan zijn linker En tussen beiden in Geen mens. Maar somtijds kan ik zien Wie hij geweest zou zijn Als in een heldre beek De bodem. Maar altijd als ik grijp Grijp ik ernaast. Vorige Volgende