De Gids. Jaargang 116(1953)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 380] [p. 380] Bertus Aafjes Zomervacantie Dan opent zich de deur van het gesticht: De broeders wuiven Wuiven en wuiven Wuiven de deur achter hem dicht. En thuis Vanaf de tinnen roept het gele koper Welkom en intocht den toreador. Ik huppel met mijn namaakhorens voor. Ik ben de stier. En hij ontvangt zijn capa, rood als wijn, Die maanden in de kast gekelderd lag En nu vol droesem is En vol bezinksel. Mijn vrouw en dochters hoog in de arena Herkenbaar aan hun drie mantilla's Werpen naar hem met bloemen en met zoenen. Hij struikelbuigt. Hij trekt de degen. Soms ga ik door de knieën Soms stroomt het bloed krampachtig uit mijn nek, Maar altijd blijf ik heer En altijd stier De stier de God de Vader. De laatste dag eerst stap ik uit mijn huid, Word weer gewoon een man Een dichterlijke man maar die geen weet meer heeft [pagina 381] [p. 381] Van een veronica, een mise à mort. En hij, Hij bergt verdrietig Zijn capa in de wijnkelder der kast. Dan gaan wij saam de lange lange weg Chaplin in 't groot Chaplin in 't klein Hij is niet langer een toreador Hij is gewoon een blondgelokte Hij is gewoon blauwogig Hij is gewoon verdrietig Zonder nawijsbaar spoor; Zo gaan wij beiden er gearmd vandoor. Dan opent zich de deur van het gesticht De broeders wuiven Wuiven en wuiven De deur achter mijn kleine Chaplin dicht. Vorige Volgende