De Gids. Jaargang 116(1953)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 219] [p. 219] Bert Voeten Uitvaart van Martinus Nijhoff op de haagse begraafplaats ‘westduin’ 30-1-'53 Om ons heen woei de nevel uit de zee, de bomen stonden blootshoofds, de winter kroop ons langs de kraag in het bloed. Praten deed men met langzame tong met een smalle mond van hartzeer en met een keel vol on- toereikende troost. Schelpgruis knerpte, klagend cirkelden meeuwen boven de kist die op de zwarte schouders der doodsbeambten schommelde naar de kuil in het duin. Naast mij ging een schreiend kind, dat ‘oom’ gezegd had toen zijn oog nog [pagina 220] [p. 220] elke ochtend neerzag in de stille tuin met de bronzen knaap; toen zijn oor nog hoorde naar de liefste voetstappen op de gangen, toen zijn hand nog schreef ‘Geen haan kraait. Geen hond blaft. De zon blijft uit’. Nu sloeg op de horizon een hond aan, een sirene floot het schaftuur, vogels vlogen over toen de touwen schuurden langs de ribben van zijn harde brits. ⋆ Onder de blote bomen, bij de zwijgende zee, een winterochtend, lieten wij hem achter met de witte bloemen van ons vaarwel. ‘Het bronzen jongetje met de vis, dat zich in zijn tuin boven een waterbekken verhief, is - volgens Nijhoff's wens - op zijn graf geplaatst.’ Vorige Volgende