De Gids. Jaargang 115(1952)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 321] [p. 321] Gerrit Kouwenaar Gewoon Ik ben gewoon in vel kinderen blazen de kikkers op ik huis in een huis het is middag het wordt avond het wordt aards en langzaam uit de warme buik rolt het buiten de wollen regen ik wil aarzelen en zo klein worden als mijn biologisch hart ik zie mijn gedachten soms een man worden hij wandelt ruikt aan de bomen baadt snel en ongrijpbaar tegen de zon in. Bezoek Van de week kwam een man hij zei ik leef ik leef langzaam maar groot in de ridderstraat in het hart van een leerlooier lig ik te slapen te sluimeren ik bloei zei hij [pagina 322] [p. 322] hij zei zij is weg in de wereld ik weet het niet zeker misschien is zij ongeveer gespleten of verdroogd of wellicht gedicht tot op het been maar ik ben alleen dat is zeker soms in een avond bijna nacht u weet wel wordt de woordfrequentie te hoog mijn stem taalt naar een vierkant geopend raam ik adem hoe bijna soldaat geslagen en ik slaap wel ik slaap wel maar het luisteren valt af het draaft terug in een gespannen ton die men vrucht heet die ik blootwarm opeet want zó is het leven zei hij. Vorige Volgende