eigen tijd een soort romantiek die alle elementaire werkelijkheden en alle wezenlijke gevoelens ten diepste miskende. Zij maakte dat de bioscoop voor millioenen mensen een vlucht uit de werkelijkheid betekende. Het is zeker niet zo, dat die millioenen nu plotseling de behoefte om de werkelijkheid te ontvluchten niet meer hebben, maar het is wel zo, dat de middelen daartoe zoals de bioscoop die beschikbaar stelde, geen adequate middelen meer zijn. Op dit punt speelt zich nu de crisis van de film af.
Het is heel idealistisch, te menen dat ‘het’ publiek, inplaats van een ontkenning van de werkelijkheden van het dagelijks bestaan in de bioscoop, thans de feiten van alledag, dramatisch verbeeld, wel in zijn droomprogramma opgenomen zou willen zien. Maar toch is het een feit, dat het publiek positiever dan vroeger op eerlijkheid van gevoelens reageert. En het is ook een feit, dat de film veel meer dan vroeger die eerlijkheid nastreeft. Althans incidenteel. Men zou kunnen zeggen, dat juist zoals de vormgeving van de cineasten, geïnspireerd door hun bedoelingen als kunstenaars, opgenomen werd in films zònder die bedoeling, dus als loutere versiering, thàns zo nu en dan zuiverheid van gevoel wordt aangewend in verhalen en in films die op zich zelf die zuiverheid missen, doch met het doel, toch door die zuiverheid het geheel te laten boeien.
Het bederf dat de film niet alleen artistiek, maar vooral ook moreel en sociaal door industriële afkomst en door de omvang van het distributieapparaat doortrokken heeft, blijft in beginsel gehandhaafd, doch men geeft iets van het terrein prijs om toch in de gunst van het publiek te blijven. Zo zou men het enigszins paradoxaal en tamelijk pessimistisch kunnen stellen. Maar men is met het zo te stellen toch vrij dicht bij de waarheid.
Want de motieven die de film deden ontstaan en groot worden, hadden in geen enkel opzicht iets te maken met verantwoordelijkheid voor het morele welzijn van de massa's die de cassa moesten passeren. Het waren commerciële motieven. Film was een handelsartikel op dezelfde manier als lucifers, strijkbouten, limonades en schemerlampen. Films werden gemaakt en dienden verkocht te worden. Naar gelang van de behoeften van het publiek werden er meer gemaakt en die behoeften van het publiek werden met allerlei propagandamiddelen gestimuleerd. Ieder herinnert zich de propaganda die werd gemaakt met het particuliere leven van de filmsterren. Tot in de meest ongezonde details werd dit geëxploiteerd en opgewarmd en die kunstmatige en hysterische belangstelling vond haar weerklank dan weer in het bioscoopbezoek.
De afgelopen wereldoorlog heeft hieraan plotseling een einde gemaakt.