schreven en vooral het derde bedrijf stijgt tot een zeer goed niveau, zodat de toeschouwers voortdurende geboeid blijven. Het werd uitnemend gespeeld, in de eerste plaats door de jubilaris, die met zijn sprankelende bonhommie terstond de afstand doet voelen tussen deze natuurlijke, oprechte man en de vormelijke, gereserveerde autoriteiten, die vergeefs trachten zijn hartelijke vitaliteit tegen te houden met allerlei voorschriften en formaliteiten.
De gaafheid van deze figuur wordt door de schrijvers ten volle belicht in de tedere gehechtheid van de gouverneur aan zijn dochter Peggy, die Heleen Pimentel met fijn gevoel, innig en bekoorlijk vertolkte. Ook de andere medewerkenden gaven onder regie van Cees Laseur hun beste krachten om Zijne Excellentie tot een doorslaand succes te maken.
Theo Frenkel, kleinzoon van onze grootste actrice, (die hij als jongen haar rollen moest overhoren), is in Amerika geboren, maar hij heeft zich in den Haag de positie van een geliefd acteur veroverd. In de Koninklijke Schouwburg zal zijn portret, geschilderd door Wim Schrofer, worden opgehangen, zoals wethouder van Zwijndrecht mededeelde. Met hartelijke ovaties is dit veertigjarig jubileum tenslotte beëindigd.
De Nederlandse Comedie heeft gemeend, L'Otage van Claudel ten tonele te moeten brengen (in de vertaling van Gabriël Smit). De franse dichter schreef dit stuk in 1911, als eerste van een trilogie, waarvan de andere delen, Le Pain dur, in 1918 en Le Père humilié, in 1928 tot stand kwamen. Het vorig jaar heeft het Théatre Hébertot uit Parijs hier een voorstelling gebracht van L'Annonce faite à Marie en het was toen reeds duidelijk, dat het werk van Claudel, hoezeer het ook uit de zuiverste geloofsovertuiging is geboren, ons niet meer vermag te ontroeren. Toch blijkt nu, dat de voorstelling van het franse gezelschap vorig jaar nog meer belangstelling kon wekken dan de Nederlandse Comedie met De Gijzelaar.
De jonge aristocrate Synge de Coufontaine, verloofd met haar neef, offert haar geluk op, ten einde Paus Pius VII uit diens gevangenschap tijdens het Napoleontisch keizerrijk te bevrijden; zij is gedwongen de prefect Turelure te huwen en zij offert onder invloed van haar biechtvader haar eigen geluk op aan een project, dat op hoger niveau wordt gesteld. Aan het slot tracht de neef van Synge wraak te nemen door de prefect te doden, maar hij treft ongelukkigerwijs Synge en doodt zichzelf.
Deze stof en vooral de wijze waarop Claudel er toneel-litteratuur van heeft gemaakt, staat te ver buiten onze tijd, om ook maar ergens dramatisch te kunnen ontroeren. Johan de Meester slaagde er althans niet in, zijn publiek