De Gids. Jaargang 115(1952)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 328] [p. 328] C. Buddingh' Liefde De vrede van duizend narcissen in de schemering van mijn ogen een man die zichzelf niet vergeet aan de rand van het meer van zijn hart hij veegt de laatste ster van zijn bril en stopt de maan zolang in zijn broekzak bij het lied van de aarde, de klok en 't verlangen en het snelverband van zijn droom een man met een duikerhelm op verlaat zich alleen op de liefde zijn verleden ligt naast zijn handdoek op 't strand met wat er overbleef van zijn twaalfuurtje ook al klopt de hemel zich nog zo verwaand op de borst hij laat zich langzaam zakken het zonnestelsel van zijn vertrouwen wentelt als een molenrad door de tijd turend door mijn beslagen kijker vouwen de bloemen zich toe in mijn ogen de rimpels van het water planten zich voort in mijn voorhoofd - de spiegel rijst tot aan mijn lippen - ik proef de zilte geur van de branding der eeuwigheid. Vorige Volgende