De Gids. Jaargang 115(1952)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 275] [p. 275] H.J.W.M. Keuls Nog even tijd Wat kan ik met de wereld nog verrichten Nu ik zoo spoedig haar verlaten moet? Nog even tijd voor enk'le laatste plichten En hier en daar een haastige afscheidsgroet, Nog tijd dat een paar vrouwen binnentreden Wier jeugd mij even raakt met vage pijn, En 't gaat reeds om de ziel, om haren vrede, Als 't lichaam door zijn wank'len dood zal zijn. Sonnet Om niet alleen te zijn den duur der eeuwigheid Noodig ik u met mij dit stil verblijf te deelen, Waarin wij, oogloos weenend, 't leven zullen spelen En hopen op een woning onze trouw gewijd. Opdat ons hart niet meer de lente en herfst verbeidt - O te zwaar heimwee slechts door nieuwen dood te heelen Vragen wij wat op 't and're land wij kunnen teelen, En ploegen 't met onze ossen traag daartoe bereid. Wij willen weten hoe de vrienden te vervangen, Frankrijk, de milde zon, de heuvels en de beken, Hoe uit den stompen nacht een ochtendglans te vangen, Te tasten zonder handen, zonder blik te kijken, En zonder woord en stem toch met elkaar te spreken, Bewegingloos een weinig van zijn plaats te wijken. vertalingen naar jules supervielle Vorige Volgende