personages zijn op de vermetelste wijze in de verrukkelijke toon van dit spel gevangen, een toon, die vibreert van leven, moed en liefde. A Phoenix too frequent is tot nu toe ongetwijfeld Fry's best geslaagde stuk, dat met alle humor, vaart en durf steeds innig van timbre blijft en onweerstaanbaar meesleept tot het brillante slot.
Een stuk als dit, met slechts drie figuren, eist een volmaakte opvoering en dat hebben deze acteurs bijna bereikt. Het liefdespaar Dynamene en Tegeus werd vertolkt door Jean Wilson (die wij hier reeds eerder zagen in ‘As you like it’ en in ‘The Midsummernightsdream’) en Robert Brown. Vooral Brown gaf de tekst melodieus en gevoelig, met dat hartveroverende accent van echtheid; ook Jean Wilson was bekoorlijk, men zou alleen soepeler overgangen kunnen wensen in haar diverse gemoedsgesteldheden, die soms ietwat abrupt en hoekig aandeden.
Maar de ster van de avond was Helen Burns als de dienstmaagd Doto, die plotseling uit de bevangenheid van het willen-sterven door de verschijning van de man en door de zachte beneveling van de wijn in een toestand geraakt, die met onvolprezen humor en milde spot wordt geschetst: het stralende leven steekt zachtjes de draak met het doodsverlangen van haar meesteres, waarin zij had moeten delen. Zij beheerste deze uiterst delicate dronkenschap meesterlijk en speelde met een charme en argeloze directheid, die soms op de rand van het populaire kwam, maar nooit vulgair werd. Het decor van Anthony Waller was heel mooi en gaf deze nachtelijke scène in een grafgewelf de omlijsting van het mysterieuze gebeuren in de mensenharten vol geheimzinnigheid en gecompliceerde eenvoud.
The Man of Destiny is een episode uit het leven van de jonge Napoleon, waarin een schone vrouw de post van Bonaparte steelt, om te voorkomen dat hij een brief leest waarin hij wordt ingelicht over het gedrag van zijn echtgenote. De jonge luitenant, die zich heeft laten bestelen, werd door Robert Brown sappig-dom en stralend-zelfingenomen gespeeld, terwijl Jean Wilson de charmante dievegge was. Walter Hudd, die beide stukken voortreffelijk regisseerde, speelde Napoleon virtuoos en kordaat.
De dictie van dit gezelschapje was zo uitnemend, dat elk woord werd verstaan, behalve Hudd, die wel eens binnensmonds sprak. Het was een feest, deze voorstelling bij te wonen, die getuigde van het hoge niveau der Engelse toneelspeelkunst.
De Haagsche Comedie heeft in de vertaling van J.W.F. Werumeus Buning ons doen kennis maken met De Bloedbruiloft (‘Bodas de Sangre’),