Emmy van Lokhorst
Toneelkroniek
De eerste maal dat hier te lande een stuk van T.S. Eliot, de wereldberoemde dichter werd opgevoerd, viel samen met het veertigjarig jubileum van Albert van Dalsum.
Dit keer was er geen twijfel aan, of de eerste vertoning van ‘De Cocktailparty’, (waarvan de Nederlandse Comedie het opvoeringsrecht van Comedia heeft overgenomen), gold geheel en al de auteur en zijn reeds zo beroemde stuk, dat voor het eerst in Edinburg gespeeld, viel, doch in Amerika twee jaar lang volle zalen trok.
Den Haag mocht de eerste opvoering van dit merkwaardige stuk genieten en de residentie gaf blijk met spanning deze avond te verwachten. Welke critiek men ook op ‘De Cocktailparty’ mag hebben, niemand kan ontkennen, dat deze avond indruk maakte. Eliot heeft het een blijspel genoemd en de tonelen van het eerste bedrijf, waarin het Londense societyleven met laconieke spot wordt geschetst, hebben de toon van het blijspel, die zelfs af en toe Oscar Wilde in de herinnering roept. Maar onder en voorbij deze ironie spitst zich het perspectief van het drama toe, het drama van de menselijke verhoudingen, waaraan de hoofdpersonen zich niet kunnen onttrekken.
Edward Chamberlayne, - de man die niet kan liefhebben, en zijn vrouw Lavinia, de vrouw die vergeefs tracht liefde te wekken - met de tegenspelers: Celia, die Edward idealiseert en Peter, die vergeefs de liefde van Celia tracht te winnen, worden omringd door enige figuren, die wij op de cocktailparty als frivole mensen leren kennen, doch die later optreden als de bescherm-engelen der hoofdpersonen.
Een van de bezoekers, een ‘onbekende gast’, geeft in de toon van de cocktailparty half badinerend, half voorspellend, blijk, op de hoogte te zijn van de innerlijke conflicten der hoofdpersonen. Deze Sir Henry is de psychiater, die de uit het lood geslagen mensen door zijn verhelderende inzichten de weg wijst, die zij dienen te gaan.
Edward en Lavinia, die beiden hebben getracht hun doodgelopen leven door een verhouding buiten hun huwelijk een uitweg te geven, komen