De Gids. Jaargang 114(1951)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 166] [p. 166] Giacomo Leopardi (1798-1837) De eindeloosheid Steeds was mij deez' eenzame heuvel lief, En deze bosjes, die m'aan alle zijden Het uitzicht op de horizon benemen. Hier zittend, rond mij kijkend, schept mijn geest Onmetelijke ruimten, en peilloze Stilte, en bovenwerelds diepe rust, Die mij als zuilen schraagt, tot na een wijl 't Hart niet meer vreest. En als de wind opsteekt Tussen de struiken en ik vergelijk Die mateloze stilte met dit ruisen Hier naast mij, en denk aan de eeuwigheid, En de vergane eeuwen en dit uur, Hier, nu, en onze ritseling: dan verzinken Al mijn gedachten in die eindeloosheid, En in die zee is het zoet schipbreuk lijden. (Vertaling C. Buddingh') Vorige Volgende