De Gids. Jaargang 114
(1951)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 222]
| |
C.D.J. Brandt
| |
[pagina 223]
| |
nationaal politieke kant aan dit alles. Franco weet drommels goed, dat Spanje op het ogenblik een van de allerbelangrijkste centra is in de wereldpolitieke en -militaire strategie en uitlatingen als deze dienen om naar buiten te laten merken, dat hij het weet en... dat hij er niet tegen op zal zien om van die kennis te profiteren. Kort en goed gezegd: de medewerking van Spanje is onmisbaar voor de verdediging van West-Europa en niet alleen voor die van West-Europa, maar ook voor die van het Midden-Oosten. Alle militaire deskundigen zijn het er, geloof ik, wel over eens, dat zelfs het minimum aan divisies, dat zij voor de defensie van West-Europa nodig achten, op de korte termijn bovendien, die zij noodzakelijk oordelen, niet kan worden bijeengebracht zonder dat Spanje hiertoe belangrijk bijdraagtGa naar voetnoot1. Tevens is Spanje de functie toegedacht van de grote basis van het Westen, zowel voor de vloten van de Atlantische Unie als van de luchtmacht. Deze opvatting is nog versterkt door de indrukken, welke generaal Eisenhower bij zijn rondreis langs de leden van de Atlantische Unie heeft opgedaan en door het rapport, dat hij hierover heeft uitgebracht. Ik heb tenminste de indruk gekregen uit alles, wat ik zo de laatste tijd heb gelezen en gehoord, dat noch Eisenhower noch zijn collega's van het Pentagon in Washington erg gerust zijn op de aspecten, welke de verdediging van West-Europa op het ogenblik biedt. Ik meen zelfs, dat hun kijk op de situatie nog ongunstiger is geworden door de overweging, dat de mogelijkheden, om Engeland als de grote basis voor de defensie van West-Europa op te bouwen - daarop was tot dusver alles gericht - er niet beter op zijn geworden, omdat de modernste aanvalswapens de laatste rest van de illusie, dat Groot-Britannië nog betrekkelijk veilig zou liggen achter de Noordzee en het Kanaal (een illusie, die Hitler in wezen ondanks alles nog heeft gelaten) hebben doen verdwijnen. En naarmate dit inzicht veld wint bij de Amerikaanse militaire leiders, voelen zij des te sterker de noodzaak om die basis te verleggen naar Spanje en naar de kust van Noord-Afrika. Ik kan mij natuurlijk vergissen, maar ik ben er voor mijzelf stellig van overtuigd, dat het feit, dat de defensiecommissie van het Atlantisch Pact besloten heeft om een Amerikaan te benoemen tot opperbevelhebber van de gezamenlijke zeestrijdkrachten van de Atlantische Unie - een besluit, dat grote deining veroorzaakt heeft in het Engelse Lagerhuis - samenhangt met deze gewijzigde inzichten in de Amerikaanse strategie. | |
[pagina 224]
| |
In ieder geval is het zo, dat men er in Washington meer en meer toe gaat neigen, om aan het probleem-Spanje de prioriteit te verlenen en het laat zich begrijpen, dat Franco zich hierbij kiplekker voelt. Als ik goed ben ingelicht, dan heeft Acheson in Januari de caudillo drie dingen laten vragen: 1. of hij bereid was om toe te treden tot de Atlantische Unie, wanneer hij hiertoe zou worden uitgenodigd; 2. of hij bereid was om Spaanse troepen te plaatsen onder bevel van generaal Eisenhower, los van de vraag, of Spanje al dan niet in de Atlantische Unie zou worden opgenomen; 3. of hij hiervoor 60.000 man beschikbaar zou willen stellen, wanneer de V.S. voor de bewapening hiervan zouden zorgen. Het antwoord van Franco hierop zou ‘niet geestdriftig’ zijn geweest, wat met een voorlopige afwijzing gelijk staat. Hij vertrouwt de Atlantische Unie niet, waarvan de overgrote meerderheid van de leden nu eenmaal niets liever zou zien dan dat zijn régime zo spoedig mogelijk zou verdwijnen. Daarom zou hij tegelijk ook geweigerd hebben om zich op dezelfde wijze als Griekenland en Turkije aan de Atlantische Unie te laten associëren. En, gelijk gezegd, Franco weet, dat hij zich op zijn sleutelpositie heel wat kan permitteren, hij weet, dat het heel moeilijk is voor de anderen om hem onder pressie te zetten, hij weet ook, dat zij niet achter zijn rug om invloed kunnen oefenen op de publieke opinie door haar bijv. Gibraltar voor te spiegelen als beloning voor een meedoen met het Westen, zoals bijv. de openbare mening in West-Duitsland wel degelijk kan worden bewerkt ten gunste van een aansluiting bij het Westen door haar het vooruitzicht van de Duitse eenheid en vooral het ongedaan maken van de Oder-Neissegrens voor ogen te stellen. Want in het laatste geval snijdt de Westerse propaganda, respectievelijk diplomatie, riemen van wat momenteel andermans leer is, maar de Atlantische Unie zou Engeland toch nooit kunnen dwingen om Gibraltar af te staan! In dit opzicht is Franco's positie veel gunstiger dan die van de Westduitse regering, hoewel ook die in trek is voor de defensie van West-Europa en haar best doet zich zo duur mogelijk te verkopen. Er bestaat inderdaad een zekere gelijkenis tussen de positie van Franco en van Adenauer. Maar dan moet ik hier tegelijk bijvoegen, dat de gewijzigde strategische conceptie van het Pentagon sinds Eisenhower's rondreis de kansen van Franco in dezelfde mate heeft verbeterd als zij die van de Westduitse regering heeft verminderd. Want de gebleken Westduitse tegenzin tegen | |
[pagina 225]
| |
herbewapening, gecombineerd met het Franse verzet ertegen, heeft gemaakt, dat de Amerikanen hun aandrang van het vorig najaar tot een zo spoedig en zo grootscheeps mogelijke bewapening van West-Duitsland op het ogenblik al helemaal hebben laten varen. Dit hoort juist bÿ hun gewÿzigde strategische conceptie, het is er zelfs een van de grote redenen voor en dus... profiteert Franco hiervan. Voor aansluiting bij de Atlantische Unie voelt Franco voorlopig dus niets. Wil dit ook zeggen, dat hij niets wil doen? Neen, hij zou bereid zijn tot een directe samenwerking met de Ver. Staten, mits deze van hun kant op zich zouden willen nemen: de vergroting en modernisering van Spanje's maritieme bases en vliegvelden, o.a. bijv. op de Canarische eilanden; een verbetering van het Spaanse transportwezen; een aanzienlijke vermeerdering van hun economische hulp aan Spanje. Ziehier de prijs, welke de caudillo vraagt voor een bescheiden medewerking met de Ver. Staten, die bovendien niet dan indirect aan de defensie van West-Europa ten goede komt. En als wij dan bedenken, dat de communisten serieuze plannen schijnen te hebben om zich van de macht in Spanje meester te maken - als ik goed ben ingelicht, dan waren de wapens, die de Italiaanse politie niet lang geleden in Genua ontdekte, bestemd voor Spanje - dan begrijpen wij des te beter, hoe sterk de onderhandelingspositie van Franco isGa naar voetnoot1. Bovendien, waarom zou Moskou niet eens een poging wagen om met Franco aan te pappen? Het Kremlin heeft zich nog nooit door overwegingen van ideologische aard laten weerhouden. Ik eindig deze beschouwing met een uitlating van Sowjetzijde, die mij dezer dagen onder ogen kwam: ‘De historie van de Spaans-Russische betrekkingen laat zien, dat de beide landen, aan tegenovergeselde uiteinden van Europa gelegen, nooit redenen hebben gehad voor een conflict. Het was niet Rusland, maar Amerika, dat Spanje de oorlog aandeed en het zijn koloniën afpakte. En tijdens de Burgeroorlog was de Internationale brigade een veel minder grote macht dan de “vrijwilligers”, die Hitler en Mussolini stuurden’. |
|