van Bertolt Brecht, ten tonele in de vertaling van Anna Blaman en met de regie van Ruth Berlau. Deze episode uit de 30-jarige oorlog maken wij mee in tien tafrelen, die afwisselend in Polen, Zweden of Duitsland spelen. Moeder Courage is een marketentster, die haar drie kinderen door de oorlog verliest maar niettemin uit winstbejag de oorlog achternaloopt, vergezeld van een veldprediker, die haar voorspoed en tegenslag deelt.
Een groot aantal figuren treedt in dit stuk op, soldaten, boeren, een lichtekooi, een ronselaar. De auteur van de beroemde Driestuivers-opera is er ondanks de grote opzet niet in geslaagd, Moeder Courage tot een belangrijk stuk te maken, het is te fragmentarisch en heeft geen centrale gedachte, die de toeschouwer boeit. Aaf Bouber, die de titelrol vertolkte, toonde zich een actrice met vaak bewonderenswaardige momenten; de moed van haar rondtrekken met de schilderachtige wagen, haar onverstoorbare kordaatheid kwamen wel over het voetlicht, maar haar stem was niet vitaal genoeg, om deze keiharde vrouw uit te beelden. Er waren teveel mensen op de scène; of men nu twee soldaten ziet of dertig maakt weinig verschil; de wreedheid, het cynisme van de oorlog kan met meer resultaat in één enkele scène en met luttele figuren worden gesuggereerd dan in een lange reeks op elkander gelijkende tafrelen. ‘Zo lang de massa door de politiek wordt beheerst,’ zegt Brecht, ‘kunnen de mensen, wat er met hen gebeurt, niet zien als een beproeving, slechts als hun noodlot, en zij leren van hun rampen evenmin iets als een proefkonijn van de biologie.’ De commerciële marketentster laat zich door het noodlot haar kinderen afnemen, maar zij gaat op haar eenmaal gekozen levensweg ondanks alles voort. De voorstelling, met decors van Theo Otto en met muziek van Paul Dessau, gaf blijk van toegewijde voorbereiding, maar, met uitzondering van het trommel-tafreel, waarin Mieke Flink excelleerde, de door Kees Brusse uitnemend gespeelde veldprediker en de kok van Richard Flink bleef het geheel toch onbevredigend.
Het Amsterdams Toneelgezelschap gaf den Haag de eer der premiére van het nieuwe stuk van A. den Hertog Het gezicht in de spiegel, dat de auteur reeds enige tijd geleden voltooide. Dit toneelspel ademt een andere geest dan vorig werk; de vlugge, geestige dialoog van het blijspel Des duivels Prentenboek heeft hier plaats gemaakt voor de toon van de psychologische speurder. Het van scène tot scène construeren van verwikkelingen, zoals in het charmante ‘Prentenboek’ plaats vond, is ook hier toegepast, maar waar de auteur in het vorige stuk van het heden naar de toekomst schreef, daar werkt hij hier andersom: van het heden naar het verleden.