Kort commentaar
Tijdschriften en Pamfletten
In een Haags dag blad heeft het bericht gestaan, dat met ingang van deze maand - Januari 1951 - de verschijning van weer zes culturele tijdschriften stopgezet zal worden. De overlevenden voelen zich daardoor geenszins gelukkig; integendeel: wie ziet hoe door de alphabeten in Nederland langzamerhand alleen Libelle, Elsevier en Margriet als geestelijk voedsel verkozen worden - want die bladen gaan dan toch maar - vraagt zich, als auteur of tijdschriftredacteur, wel eens af of hij zich niet liever in de binnenlanden van Afrika of Borneo vestigen zou. Die streken bieden, cultureel gezien, allicht meer toekomst dan het tot grauwe stompzinnigheid genivelleerde Nederland.
Maar aan zulk een verhuizing zijn, helaas, practische bezwaren verbonden en we blijven dus maar, hier en nu, uitzien naar ‘verheugende tekenen’. Verheugend is stellig het feit, dat dichters en prozaschrijvers het er niet bij laten zitten en zich publicatiemogelijkheid scheppen, waar die in de te weinige tijdschriften niet meer te vinden is. Wij herinneren de lezer bijvoorbeeld aan het eenmanstijdschriftje ‘Het Pamflet’ van Jacques Gans, dat overigens alweer verdwenen is en wijzen hem voorts op de pamfletreeks ‘De Zilveren Scherf’, een reeks oud-Hollandse velletjes waarop tot dusverre gedichten en proza van Frans Babylon, G.L. Dijkman, Hans Berghuis, J. Savelsberg, Harriet Laurey, Michael Deak, M. Brennenraedts, Lou Vleugelhof en Leins Janemaverschenen zijn. Verrassingen hebben zich in dit reeksje nog niet voorgedaan, maar de redacteur-uitgever, O.J.C. van Loo te Kerkrade, biedt daartoe in ieder geval de mogelijkheid.
Een derde pamflet is het tijdschriftje ‘Blurb’ van de in Parijs woonachtige Nederlander Simon Vinkenoog, waarvan de inhoud wel eens te onnozel is - op de manier van een schoolkrant - maar waarvan de vernieuwende betekenis toch, gezien enkele van de gepubliceerde gedichten, groter is dan van ‘De Zilveren Scherf’. Op den duur zal er van ‘Blurb’ dan ook, misschien, iets uit kunnen gaan.
Pamflet nummer vier heet ‘De Kim’ en verschijnt - bij een echte uitgever: Hafkamp te Amsterdam - in acht pagina's van groot formaat. Redacteuren zijn Ludwig Kunz en L.P.J. Braat; wat verspreiding en medewerking betreft is ‘De Kim’ internationaal; ieder nummer belicht ‘een of meer facetten van de huidige litteraire bedrijvigheid’. Het is, gezien het eerste nummer, het belangrijkste van de vier. Lang moge het leven.
J.R.