De Gids. Jaargang 113
(1950)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 390]
| |
1. Citeren uit de tweede handDit is soms onvermijdelijk, namelijk wanneer het aangehaalde werk voor den schrijver volstrekt ontoegankelijk was. De geschriften van Thomas van Aquino, Hegel en Goethe zijn echter, voorzover men ze niet zelf in de boekenkast heeft staan, in iedere bibliotheek te raadplegen. Toch kan men er plaatsen uit geciteerd vinden met geen andere documentatie dan de vermelding van een schrijver die ze al eerder aanhaalde. Dat gaat niet aan: als een aanhaling gecontroleerd is, kan ook de oorspronkelijke bewijsplaats worden opgegeven; en als ze niet gecontroleerd is, welke waarborg is er dan voor de juistheid? | |
2. Citeren uit vertalingenSoms vergeeflijk, namelijk wanneer het origineel geschreven is in een taal waarvan men redelijkerwijs bij den auteur geen kennis verwachten kan, is het vaker een symptoom van gemakzucht. En wanneer de vertaling nog weer naar een vertaling gemaakt is, raakt de betrouwbaarheid vaak helemaal zoek. Men vergelijke maar eens wat er in Galilei's Discorsi werkelijk staat met wat men in het Nederlands naar de slechte Duitse vertaling in Ostwald's Klassiker van hem geciteerd kan vinden. | |
3. Wijzigen van de tekstEen recent voorbeeld: In Fragment 36 van de Pensées van Pascal (editie-Brunschvicg) leest men: ‘C'est un bon mathématicien’, dira-t-on.-Mais je n'ai que faire de mathématiques; il me prendrait pour une proposition. Dit wordt als volgt weergegeven: ‘Men zegt, dat Descartes een goed mathematicus is. Maar wat moet ik met een mathematicus beginnen? Hij zou me voor een stelling aanzien’. De aute ur is blijkbaar van oordeel, dat Pascal, deze opmerking neerschrijvend, Descartes op het oog had. Het is uiterst onwaarschijnlijk, maar zelfs als het vast stond, was het aanbrengen van de wijziging volstrekt ongeoorloofd. Binnen de tekens' ‘be- | |
[pagina 391]
| |
taamt de pijnlijkste nauwgezetheid ten aanzien van den weergegeven tekst. Wij willen de stem van den geciteerden schrijver horen, niet die van zijn commentator. | |
4.....ergens.....Herhaaldelijk vindt men uitspraken van een auteur geciteerd met de mededeling, dat hij dit ‘ergens’ zegt. Dat is helemaal niet te aanvaarden. Want opnieuw: heeft de schrijver zijn citaat gecontroleerd? Zo ja, waarom geeft hij dan de bewijsplaats niet op; zo neen, welke aanspraak op vertrouwen kan hij dan doen gelden? Wij hebben ons in het bovenstaande onthouden van het opgeven van bewijsplaatsen. Wie dit een inconsequentie vindt, heeft volkomen gelijk. Wij hebben die inconsequentie bewust begaan, omdat het er om ging, zakelijke misstanden aan te wijzen en niet, personen aan de kaak te stellen. | |
Een WensIn 1939 verscheen bij de Uitgeversmaatschappij M. Nijhoff het eerste deel van een monumentale uitgave van het Journael van Isaac Beeckman, het dagboek waarin onze merkwaardige landgenoot jaren lang van dag tot dag zijn gedachten over alle onderwerpen die hem bezighielden, heeft opgetekend. Daarmee was de publicatie begonnen van een werk, dat een belangrijke bron voor de geschiedenis van het natuurwetenschappelijk denken beloofde te zullen zijn en dat dan ook reeds met verlangen tegemoet was gezien; inderdaad bleek het kostbare gegevens voor de reconstructie van de 17e-eeuwse wetenschap te bevatten. In 1942 volgde het tweede deel, in 1945 het derde, waarin het Journael werd afgesloten. Echter was ons in een Note sur le manuscrit (I, p. xxxiv) nog een vierde deel in het vooruitzicht gesteld, dat o.m. een naamregister en een inhoudsopgave zou bevatten en dit vierde deel is nog nooit verschenen. Dat is zeer te betreuren: deaard van het werk, waarin, al naar den gril van den schrijver, de meest uiteenlopende onderwerpen elkaar afwisselen, maakt registers onmisbaar en de waarde van de publicatie zou dan ook aanzienlijk lager blijven dan ze kan zijn, wanneer dit vierde deel eens niet verscheen of al te lang op zich liet wachten. Wij spreken daarom de hoop uit, dat de Uitg. Mij. Nijhoff ons binnenkort de afsluiting zal brengen van de fraaie uitgave, waarmee zij de geschiedenis van de vaderlandse beoefening der natuurwetenschap zulk een belangrijken dienst bewijst. E.J.D. |
|